24 augustus 2010

eekhoorn op de barbecue

Het zal wel aan het komkommer-en-kwel seizoen liggen, maar eekhoorns rukken weer op in de Britse dagbladen. Vroeger was augustus de maand van het monster van Loch Ness. Tegenwoordig is het de maand waarin de pers winkels, slagerijen en restaurants ontdekt die eekhoorns verkopen. Dode. Voor in een deegkoek, een stoofpot of op de barbecue.


Prima idee overigens. Grijze eekhoorns zijn de terroristen van de achtertuin. Van een afstand hebben ze een hoge aaibaarheidsfactor met al die pluizigheid, maar het blijven 'ratten maar met een betere opleiding'. Beesten die vogelkastjes kraken, andermans wintervoer jatten en kabels doorbijten. Uitvoerders van zinloos geweld.


Opeten is de beste oplossing. Een paar jaar geleden mocht ik van Philip Hall, chef kok van hotel restaurant Muften Hall in het Noord-Engelse Northumbria, eekhoornvlees uitproberen. Hall experimenteerde met bakken, braden en stoven van eekhoorns, maar prefereert de terrine. Uit de koelkast haalde hij, gevild en al, eekhoorn X ('Het slachtoffer blijft anoniem totdat de nabestaanden verwittigd zijn'. Hall is een stand-up comedian die erbij kookt. Of andersom). Een eekhoorn heeft een zielig klein geraamte. Het meeste vlees zit op de rug en de achterpoten. De smaak doet een beetje aan konijn denken: zoetig, noterig, vrij neutraal.


Sommige Londense restaurants serveren gestoofde eekhoorn met walnoten en room. In het Zuid-Westerse Cornwall hebben ze eekhoornpasteitjes. Helemaal modern is een hartige, popcornachtige eekhoornhap voor bij de borrel.


Sinds de grijze eekhoorn allochtoon is en de rode, Britse variant heeft verdrongen, is het eten ervan een patriottische plicht. Ik kan het volgende recept aanbevelen. Neem een eekhoorn per persoon. Na de beesten gevild te hebben - de kop kan er desgewenst aanblijven, maar is louter decoratief - dienen ze gemarineerd in olijfolie met zout, peper en citroensap. Rijg ze daarna aan een spies en gril ze aan beide kanten. Zo. Da's een recept voor de barbecue waar ik de deur niet voor uit hoef.

5 augustus 2010

Boris Bikes

Nee echt, het valt ontzettend mee. Ze ogen niet seksy, die fietsen, en het imago van de Londense burgemeester Boris Johnson die de nieuwe rijwielen onbedoeld zijn naam gaf, vermag ook niet de fietsen aantrekkelijker te maken, maar hee, ze rijden.

Mijn probleem is de Boris Bikes uit de klemmen te krijgen. Ik heb me ingeschreven, de sleutel meegenomen en £ 1 lidmaatschap betaald, maar het slot springt niet op groen. De fiets blijft vast zitten. En die ernaast ook. 'Sorry', zegt de man aan de andere kant van de lijn, 'de fietsenstandplaats waar u bent werkt niet'. De volgende werkt ook niet. De derde bestaat alleen op papier. 'Beginnersfoutjes', zeggen de organisatoren.

De meesten die zich op twee wielen, ongemotoriseerd, door de Britse hoofdstad begeven, zijn mensen die de zin van het bestaan verloren hebben. Ze nemen het, op een van de drukste plekken ter wereld, op tegen dubbeldekkers, vrachtwagens en taxi's. Fietspaden? Die zijn voor watjes. Boris (Londense burgemeesters doen het met hun voornaam) wil dat meer Londenaren hun leven riskeren voor een betere binnenstad. Zoals Gandhi dat deed voor gelijke rechten.

De Boris Bikes hebben een dynamo, een handige bak voor tas met laptop en zijn zo zwaar als een tractor. Het is makkelijker de Titanic te keren. Ze zitten laag en statig, een beetje zoals die grote grasmaaimachines. Ze doen in ieder geval eerder denken aan Miss Marple, dan aan Lance Armstrong. En dat heeft zijn voordelen. Waarvan het grootste is dat je er gewoon niet af kunt vallen. Ideaal dus, na een avond stappen.

Ik fiets een rondje langs het parlementsgebouw, Westminster Abbey, St James' Park, Buckingham Palace en Victoria Station. 'Ik denk dat het een succes wordt', zegt een taxichauffeur bij een rood stoplicht, 'en dat je nog meer fietsers in de binnenstad gaat krijgen'. Een goed idee, vindt ie. Maar Londense taxichauffeurs hebben toch een bloedhekel aan fietsers? 'Hebben we ook', zegt ie vrolijk.

Of ik de Boris Bike vaker ga gebruiken? Veel hangt af van de linkerarm. Die heeft in de loop der jaren de neiging ontwikkelt automatisch omhoog te gaan als het oranje lampje van een zwarte taxi in zicht is. En of je daar ooit vanaf komt?