18 november 2011

Logee from hell






Wie laat er nog tranen voor Julian Assange? Ik vraag het maar, want als hij over twee weken te horen krijgt dat de Britten hem alsnog naar Zweden sturen om terecht te staan voor aanranding en verkrachting, dan ben ik bang dat niemand zich voor het toestel van British Airways zal gooien teneinde zijn vertrek te blokkeren. Er zullen so wie so weinig mensen zijn die hem uitgeleide doen. Behalve degenen die Assange naar Heathrow reden om er zeker van te zijn dat hij weg is. En dat zou best de meerderheid kunnen zijn. Want de Britten zijn de patroonheilige van de vrije meningsuiting goed zat.



Mr. Wikileaks blijkt een lastiger mens te zijn dan het een jaar geleden liet aanzien. Hij houdt zich niet aan afspraken, maakt met iedereen ruzie en is, volgens een oud medewerker, 'de oneerlijkste man die ik ken'.



Hoe moet het, vraag ik me soms af, voor kapitein Vaughan Smith zijn, de eigenaar van het landgoed in Zuid-Oost Engeland die Assange destijds onderdak aanbood? Anekdotes uit Ellingham Hall suggereren dat de peetvader aller lekken de logee from hell is. Assange doucht zich zelden, kan niet met de stofzuiger overweg en droogt nooit af. Hij zit dag en nacht achter zijn laptop zonder een woord te zeggen. Hij eet alleen als het hem uitkomt en nodigt vrienden uit zonder zijn gastheer te verwittigen. Erger: zijn enkelband heeft niet kunnen voorkomen dat hij overal zijn sokken laat slingeren.



Nou hoef je elkaar op een landgoed met tien slaapkamers niet voortdurend voor de voeten te lopen, maar toch. Ik vermoed dat Assange, met zijn gedrag van een ongetemde tiener, het huiselijk ritme van Ellingham Hall danig ontwricht heeft. 'We hebben een manier gevonden om het te laten werken', zei Vaughan Smith een poos geleden tegen de Times over leven met Assange. Anders gezegd: we worden stapelgek van de pizzakorsten in de perzen en bierblikjes onder de bank en zijn niet onverdeeld verdrietig als hij vertrekt.