25 mei 2009

nooit meer taxibonnen

Soms denk je: ze hebben het door. Ze weten dat hun leven nooit meer dezelfde zal zijn. Britse kamerleden beginnen te accepteren dat hun losse declaratiecultuur maar tot een ding kan leiden: politieke revolutie. Het is zelden dat je vooraan in de rij getuige staat te zijn van een historische ommekeer, maar de eerste tekenen van een pijnlijke omwenteling heb ik vorige week met eigen ogen gezien. In de metro naar Westminster zaten twee kamerleden. En bij de bushalte stond er nog een.

Het is niet, zei mijn vriend Tom later, dat ze geen taxibonnetje meer durven declareren, ze durven niet meer in de buurt van een taxichauffeur te komen. Het zijn de cabbies, Londense taxichauffeurs, die zich namens het volk op de taak gestort hebben van morele scheidsrechters. En zij hebben duidelijke ideeen over de onkosten die kamerleden de afgelopen jaren indienden voor hondenbrokken, seksvideo's, diepvriesmaaltijden (Labour) en kroonluchters, tuinonderhoud, zwembaden en een kasteelgracht (Conservatieven). Dus dan maar met de bus.

En een dag later heb je volksvertegenwoordigers als Anthony Sheen die alle vertrouwen in het aanpassingsvermogen van kamerleden op slag teniet doen. Sheen kreeg 100.000 euro vergoed voor onder andere een boswachter die hij inhuurde om op zijn 500 bomen toe te zien en zijn struiken tegen konijnen te beschermen. En daar vielen de pers en de kiezers over. Wat Sheen danig irriteerde. 'Mensen zijn gewoon jaloers', verzuchtte hij tegen de BBC. 'Ik heb een heel, heel groot huis. Sommigen zeggen dat het op het kasteel Balmoral lijkt. Het is niet fantastisch mooi, maar het bevalt me best. Welk recht heeft het publiek eigenlijk om zich met mijn prive-aangelegenheden te bemoeien?' Misschien omdat ze zijn leven in het hele, hele grote huis met de 500 bomen mede financieren?