30 november 2010

Problemen van een koninklijke bruiloft. Deel 1

Hoe meer ik erover hoor, des te banger ik ben dat het niks gaat worden. We hebben het over De Bruiloft. Prins William heeft graaf Spencer gevraagd om ergens tijdens de ceremonie te spreken. Dat is dezelfde graaf die zo fabuleus tekeer ging in Westminster Abbey, tijdens de begrafenis van zijn zus 'prinses van het volk' Diana. Het was toen een en al hel en verdoemenis. De Windsors waren gevaarlijke gekken, de pers moordenaars. Gelukkig was hij er om ervoor te zorgen dat haar zonen, 'bloedfamilie', opgroeiden tot echte mensen. Ik parafraseer, maar het was prachtig. Hij sprak recht uit het gewonde broederhart. Follow-ups zijn zelden succesvol. Als ik graaf Spencer was zou ik van een bruilofsttoespraak afzien. De geest van de heilige Diana is bovendien al ruimschoots vertegenwoordigd. De aanstaande bruid hoeft maar naar ringvinger te kijken om herinnerd te worden aan een prinses wier status van heilige zij nog maar moet zien te bereiken.

En over uitnodigingen gesproken. Er gaan 100 toegangskaarten voor de huwelijkse voltrekking in de Abbey, verdeeld worden onder het volk. En, het is mogelijk, stel dat ik er een krijg, wat dan? Het houdt me danig bezig. Kan ik nee zeggen als wanhopige Amerikanen me de helft van Nevada bieden in ruil voor mijn uitnodiging? Of als een schandaalblad met een royale cheque komt? Want het is niet ondenkbaar. En wat zeg je dan tegen de organisatoren? Dat je al naar een andere bruiloft moet? Dat je net die dag je haar moet wassen?

Het is zo belangrijk wie je uitnodigt voor je Special Day. Want trouwen, zei laatst iemand in East-Enders, is iets heel bijzonders. Dat doe je hooguit twee, drie keer in je leven.

14 november 2010

car crash t.v.

Wat vinden we van Ann Widdecombe? Toen ze nog een ultraconservatieve, oudparlementarier was, tegen homorechten en voor dood- en lijfstraffen, lag het eenvoudig. Sommigen waren het met haar eens en anderen niet . De meerderheid negeerde haar. Sinds ze iedere zaterdagavond optreedt in Strictly Come Dancing, is de laatste optie niet langer van kracht.

Niemand die Widdecombe in de BBCshow heeft zien dansen (we gebruiken die term in de meeste losse zin van het woord) kan neutraal blijven. De topzware 63-jarige, is de zuiverste vorm van car crash t.v. Widdecombe, verzuchtte een jurylid, is als een ongeval op de snelweg. Je wilt het eigenlijk niet zien, maar je kijkt toch. Ze is als een oudtante op een bruiloft na te lang de fles sherry gekoesterd te hebben. Ze heeft niks met choreografie of ritme. Ze galoppeert meer dan ze danst. Ze is, kortom, het meest vermakelijke onderdeel van de hele goddamn serie.

Voor de jury is ze een blamage. Iedere week eindigt ze met de laagste score. Ze doet denken aan 'een stofzuiger voor industrieel gebruik'. (Ze is nou eenmaal beter op haar achterste dan op haar benen). Maar dankzij de stemmen van het Britse publiek blijft ze in de show. Widdy is populair want Widdy is 'too much fun'. De lol is overigens wederzijds. Widdecombe zegt de tijd van haar leven te hebben. Een paar weken geleden kwam ze in een metalen harnas naar beneden zeilen. Het was alsof Mrs Bucket bungeejumping ontdekt had.

Strictly Come Dancing gaat nog steeds, getuige de maffe kostuums en camp-achtige stijl, om stijldansen. Maar dankzij Widdecombe is het danselement van ondergeschikt belang. De reden dat 11 miljoen mensen kijken is omdat Widdecombe vermakelijker is dan de andere dansende celebs. Dat is jammer voor die deelnemers (allemaal eigenlijk) die beter zijn, maar door de kijkers worden weggestemd. En lastig voor de omroep.

Widdecombe zegt er niet aan te denken uit eigener beweging op te stappen. 'Als sommigen niet leuk vinden wat de mensen beslissen dan is dat pech', zegt ze. 'Moet je de politiek eens proberen'. Het is onwaarschijnlijk dat Widdecombe wint. Maar haar positie als loser, plus haar vermogen om zichzelf te kunnen lachen (essentiele eigenschappen voor de Britten) garanderen dat ze nog wel even in de show blijft.


13 november 2010



Hoi An 11 oktober

Thuis moet je er niet aan denken: een witte (hotel)kamer. Bedden, kastjes, muren, plafond, gordijnen, alles wit. Middenin een grijs, terrazzo ligbad waar je een kudde waterbuffels een groot plezier mee zou doen. Bedankt Vogue Interiors. Hoi An, een dik uur vliegen van Hanoi, zuidwaarts, kan net zo goed in een ander land liggen. Overal wierooklucht, muskietengaas en zwembaden. De temperatuur is tropisch en tussen de buien door is het zelfs zonnig.

In mijn achterhoofd zit de anekdote van een stad waar ze ooit verkeerslichten introduceerden om ze later weer weg te halen. Het leven was, vonden de ingezetenen, toch leuker zonder. Kan Danang geweest zijn. Westerse hotelketens zijn doende het eindeloze strand te koloniseren. Dit moet de volgende internationale speeltuin te worden. De kuststrook heeft alle ingredienten voor succesvolle exploitatie, globale credietcrisis toegestaan: lange zandstranden, met in het noorden de paleizen van de keizersstad Hue en in het zuiden de elegante, 19de eeuwse Chinese plaats Hoi An. Kom daar maar eens om in Dubai of Sjarm el Sjeik.

Ho Chi Minh City (HCMC)/Saigon 14 oktober

Misschien wel het meest tragische aan het War Remnants Museum is een ingelijst fragment van een toespraak van een Vietnamese politica. De vrouw was afgelopen juli in Washington waar ze Amerikaanse parlementariers vroeg om donaties. Het geld was bedoeld voor de behandeling van babies die als gevolg van de napalmbombardementen van veertig jaar geleden, misvormd geboren worden. Een zaak die nog steeds niet geregeld blijkt. Betalen Amerikanen uberhaupt compensatie? Of alleen als er per ongeluk verkeerde doelen beschoten zijn? Of ook dan niet? Heeft iemand wel eens een verontschuldiging van het Pentagon ontvangen? Of is het beleid altijd te doen alsof dorpelingen in Pakistan en Irak en bruiloftsgasten in Afghanistan, de drones over zichzelf uitriepen?

Even buiten het museum (te propagandistisch voor mijn smaak) proppen een twintigtal bejaarde toeristen zich in een rij fietstaxi's. Een van de fietsers, een Vietnamees van een jaar of 16, draagt een T-shirt met de Amerikaanse vlag. Zijn Australische passagier is een spraakzame, forse man in koloniale korte broek en witte sokken. Om zijn nek een naambordje met: David Bowie.

10 november 2010





Sapa 7 oktober


Een beetje boer in dit berggebied bezit, naast zijn huis, een rijstveldje, een vijver met eenden, kippen en een varken. Als het meezit is er ook nog een waterbuffel en/of een brommer. De laatste twee zijn even duur, maar alleen de brommer deelt het woonvertrek.

Onze gids, Dingh, 26, is van de Zwarte H'mong; een van Vietnams bergstammen. De Zwarte H'Mong is niet de grootste minderheid hier. Dat zijn, volgens De Echtgenoot, de Nederlandse toeristen. De H'Mong zijn overwegend argrarisch. (De Nederlandse groepen zijn doorgaans luidruchtig en vrolijk). Dingh werd door haar schoonmoeder uitgemaakt voor prostituee omdat ze in een restaurant werkte. Als H'Mong verhuur je je arbeidskrachten niet aan derden. Maar de horecaeigenaar, een Brit die in het dorp een school oprichtte, won. Dingh leerde Engels en de beginselen van het toerisme. 'Nu de familie en vooral de schoonfamilie zien hoeveel geld ik binnenbreng, zeggen ze niks meer'.

Dingh is een moderne, vrijgevochten meid. Ze spreekt beter Engels dan Vietnamees. Maar ze zal haar haar niet afknippen, draagt de traditionele kleding en hecht evenveel waarde aan het borduursel op haar mouwen, als haar voorouders. Ze tobt over de rijs die nog niet binnengehaald is en haar vingers zijn zwart van de indigo (het is het kledingverfseizoen). Tijdens het lopen wrijft ze vezels van de hennep uit haar tas om daar straks lappen van te spinnen. Als ze tenminste niet aan het sms-en is. Een tikje aan de geemancipeerde kant, misschien, maar verder is Dingh, zegt ze, doodnormaal. Wat je van ons niet kunt zeggen. Wij zijn, volgens sommige boeren die we onderweg tegenkomen, groot, rood en 'silly'. En dat zal wel de gekuiste vertaling zijn.

De Rode Rivier in het grensplaatsje Lao Cai is even bruin als de Groene. Aan de overkant van de brug een hypermoderne stalen toren en een levensgroot reclamebord voor Kentucky Fried Chicken. Welkom in China.

We delen de couchette in de nachttrein naar Hanoi met het Brein van Vietnam en zijn vrouw. Beide zijn fysicastudenten en komen terug van hun huwelijksreis van vijf dagen. Ze zijn in het bezit van hun kandidaats en zoekende naar een onderzoeksproject voor hun PhD. Waar ze willen promoveren? In het buitenland natuurlijk. Zou dat tijdelijk zijn? Nou nee. 'Als we interessant werk vinden komen we waarschijnlijk niet meer terug'. Brain drain, dus. Ja, knikken ze opgewekt. Ik doe het licht maar uit.



8 november 2010



Halong Bay 5 oktober

Mist en regen. We delen de boot, een luxe jonk, met een smaakvol getatoeerde Brit die in de Foreign Office werkt en zijn vrouw. Verder zijn er een Taiwanese en haar Amerikaanse echtgenoot. De laatste bracht zijn werkend leven door als cultureel attache. Of het gouden oorringetje dateert van na zijn recentelijke pensionering of dat Amerikaanse diplomaten 'gezichtsjuwelen' is toegestaan, blijft de dwingende maar onbeantwoorde vraag.

Onze gids, Ang, verdient $ 20 per maand. Als je $ 200 verdient ga je in Vietnam belasting betalen. Het voorstellen van het personeel, de kapitein, kok, mecanicien, barbediende en keukenhulp blijkt tot het ritueel van praktische iedere maaltijd te horen. De kapitein houdt een toespraak in het Vietnamees. Ang vertaalt. Wij zeggen even vereerd met hen te zijn als zij met ons. Zij klappen, wij klappen, zij klappen. Het voelt als een jaarcongres van de Opperste Sovjet. Wij zullen later onze plicht doen met forse fooien.

Het gesprek tijdens het avonddiner: Geert Wilders en integratie in het algemeen. En niet op mijn verzoek. Ik had het liever gehad over de invloed van Johnny 'Pirates of the Caribbean' Depp op het sieradenbeleid van de Amerikaanse diplomatieke dienst.

6 oktober

Pas als we in een roeibootje naar een drijvend vissersdorp varen, ver van het lawaai van de generatoren van het moederschip, begint het zeeschap in te werken op het gemoed. Mystiek, majestueus, Middle-Earth-achtig.

'Het merkwaardige van deze vissers', zegt Ang, 'is dat ze honden en katten beschouwen als huisdieren'. (En niet als etenswaar).

7 november 2010



Hanoi 3 oktober.

Het plan was om een fiets te huren. Maar na een korte, heftige botsing met de werkelijkheid wordt dat idee geruisloos van het programma afgevoerd. Eigenlijk is het al heel mooi de overkant van de straat te halen.

Hanoi is wat je krijgt als je 3 en een kwart miljoen inwoners bij elkaar zet en je vergeet het openbaar vervoer. Zeker, er zijn oversteekplaatsen. En verkeerslichten. Maar voor de meeste brommers is stilstaan voor een rood licht niet meer dan een life style choice. Nooit teruglopen bij het oversteken, had iemand gezegd. Want een stap achteruit, daar wordt niet op geanticipeerd. Is er een betere metafoor voor Vietnam? Immer voorwaarts, met een hand op de vierde versnelling en de ander op de claxon.

De rustigste hotelkamer heeft geen ramen. Geen probleem.

4 oktober

Hanoi bestaat duizend jaar. Vader des Vaderlands Ho Tsji Minh zal de festiviteiten niet meemaken. Het mausoleum waar zijn lijk ligt opgebaard is dicht. Hij Die Verlicht is op vakantie in Moskou voor de jaarlijkse onderhouds- en herstelwerkzaamheden. Het onderkomen van de man onder wiens leiding 'een derderangs boerenland' (Henry Kissinger) het won van de Amerikaanse supermacht, is de best bezochte attractie van het land. Tientallen jongens in witte pakken oefenen voor de feestelijke parades van volgende week voor Thanh Long, Stad van de Opstijgende Draak.

Vietnam News meldt de arrestatie van een 53-jarige voor 'terroristische aktiviteiten'. De verdachte had 28 artikelen geschreven tegen het regime. Nauwelijks Al Qaida, dus, maar dit is een eenpartijstaat. En eentje die het Chinese voorbeeld volgt van een geliberaliseerde economie zonder politieke vrijheid.