27 september 2010

Miliband of Brothers

En nou ophouden. Al dat 'I love David very much' en 'Ik heb zoveel respect en bewondering voor Ed'. Bollocks. Al dat ge-aai van David over het stekelhaar van zijn jongere broer Ed. Het doet me denken aan het gezin een paar deuren van mijn ouderlijk huis in Oosterhout. Aan de buitenkant even harmonieus als een Benettonreclame, maar achter de deur, placht mijn grootmoeder te zeggen , 'knijpen ze elkaar fijn'. Ik zou David niet in een kamer met Ed zetten. En zeker niet met een mes.

Want daar ga je dan. Als de oudste van de Milibandits heb je je hele politieke leven naar dit moment toegewerkt. Links en rechts (vooral rechts) heeft je gedoodverfd als de volgende Labourleider. En dan is die vacature er. Je dient je aan en rekent er stiekem op dat je jongere broer en beste vriend je campagneleider wordt. Zoals Robert Kennedy de steun en toeverlaat werd van John Kennedy in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1960. Maar Ed, die altijd in je voetsporen volgde - zelfde middelbare school, zelfde vakken op dezelfde prestigieuze universiteit, zelfde politieke carriere - besluit zelf voor de topbaan te gaan. Je beste bondgenoot wordt je grootste rivaal.

Shakespeariaanse drama's zijn op minder gebaseerd. De ruzies, de hartstocht, de tranen. Lees er de Britse politieke memoires maar op na. Het is een van de verschillen tussen de Britse en de Nederlandse en Belgische politiek. Snij een Miliband open, of een Blair, of een Thatcher en zelfs een Gordon Brown en er zit bloed in. Bij een Job Cohen moet je dat altijd nog maar afwachten.