16 september 2016

Het cynisme van David Cameron



Zegt de naam David Cameron u nog iets? De man die zei : ’Britten trekken zich niet terug. We nemen de leiding, we krijgen dingen voor elkaar’. Dave won onverwacht de landsverkiezingen van 2015, verloor een jaar later het referendum over Brexit en trok zich nederig terug naar de achterste, groene bankjes van het parlement. Daar zou hij tijd genoeg hebben te overpeinzen hoe je in 14 maanden van hero naar zero gaat. Inmiddels terug van een aantal vakanties, gebronsd van gelaat en ronder in de buikstreek, liet hij weten daar toch maar vanaf te zien.

Hij had wel de burgers van zijn kiesdistrict in Oxfordshire gezegd dat het ‘een enorm voorrecht was’ hen te blijven vertegenwoordigen tot de verkiezingen van 2020, maar Dave had zoveel gezegd. Hij had EU-leiders beloofd dat hij het referendum zou winnen. Hij had de natie verteld dat ook als dat niet het geval zou zijn, hij toch zou aanblijven. Maar ja, politiek hè? Of, zoals regeringsleider Harold Macmillan zei toen hem eens gevraagd werd waar hij het bangst voor was, ‘gebeurtenissen, dear boy, gebeurtenissen’. 

Dat was een jaar of zestig geleden. Politiek was in die tijd nog een serieus beroep. Beoefend door mensen die hun openbare plicht serieus namen. Getuige Winston Churchill, toch niet de minste, die na zijn premierschap nog negen jaar als backbencher freelance-te.

Maar Cameron zou gaan voor de ‘dash for cash’. Sommige gokwinkels geloven nog dat de gewezen premier aanstuurt op het voorzitterschap van Aston Villa FC, maar zelfs de kans op deze bijbaan wordt niet hoger aangeslagen dan een op 250. Zeker is dat Dave miljoenen kan verdienen met directeurschappen, lezingen en het schrijven van zijn memoires. 

Als het om geld te doen is, zou ik bij de multinationals aankloppen. In de liga van internationale rijkdom zit daar de macht, lees ik net. Volgens een onderzoek van de campagnegroep Global Justice verdienen de tien grootste multinationals (Walmart, Apple, Shell) meer dan de meeste landen ter wereld bij elkaar. De superbedrijven stegen vorig jaar in de divisie van 100 economische eenheden, van de 69ste naar de 63ste plaats.


Een paar jaar geleden was cynisme in de pers een ding. Er werd veel over geklaagd en geschreven. Obama beschuldigde de media met cynisme de politiek van de hoop te ondermijnen. In Canada hadden journalisten met die kwalijke eigenschap kiezers van de stembus verdreven, vond regeringsleider Trudeau. In het VK was het niet anders. De Britten, van nature behept met een fijne laag ironie, waren afgegleden naar puur, ranzig cynisme. Ze waren daartoe gedreven door hun verslaggevers, meenden parlementariërs. Nu schrikt de Britse pers niet terug voor het verspreiden van wantrouwen en scepsis. Ze mag ook graag lezers opruien voor politieke doeleinden. Maar het is gewoon niet nodig. Londens politieke klasse heeft laten zien, bij monde van David Cameron, hoe goed ze zelf in staat is cynisme onder het electoraat te verspreiden.

8 september 2016

Steekspelen



En zo viel het toch nog mee. Een dikke twee maanden na het Brexit referendum en het Verenigd Koninkrijk, dat onverenigd uit elkaar had moeten vallen, is niet alleen heel gebleven, maar springlevend. De Schotten maken geen haast zich af te scheuren, de bankiers zitten nog in de City en een sprinkhanenplaag bleef uit. ‘Dear start-ups’, stond er eerder deze zomer op reclameborden in Londen. ‘Keep calm and move to Berlin’. Kalm blijven deden ze, maar in plaats van naar Duitsland te verhuizen doen de Britten wat ze bij dreigend onheil altijd doen: keep calm and carry on shopping. Consumentenuitgaven stegen in de maand na Brexit met 1.4%. Beter nog: meer Europeanen startten in die eerste bange weken na Brexit nieuwe bedrijven op in Engeland, dan daarvoor. Stop dat in je Europese, economische groei verstikkende, regelzuchtige zak, Berlijn. 

’Ik heb gehuild toen de uitslag van het referendum bekend werd, maar nu denk ik dat het misschien wel goed komt’, zegt een vriendin. De rest van het land lijkt dat sentiment te delen. Degenen die nog steeds treuren om het verlies van Europees lidmaatschap doen dat in stilte. Hun waarschuwingen over Brexit als een armageddon moesten de natie de stuipen op het lijf jagen, maar toen het er op aan kwam bleek niemand in het schrikbeeld te geloven. Het was eenzelfde soort beleving als bij het zien van Silence of the Lambs. Eng, maar ongeloofwaardig.

Tegen de tijd dat een zomer van verregende barbecues plaatsmaakte voor een hittegolf, was het zelfvertrouwen terug. Op de Olympische Spelen triomfeerden de Britten alsof ruling the waves nooit uit de mode geweest was. Team GB kwam thuis uit Rio met armenvol medailles. En als Groot Brittannie, met een bevolking die eentwintigste is van China, boven dat land eindigt op de Olympische medaillespiegel, dan is alles mogelijk. En over de Spelen gesproken, ik lees net dat de National Heritage organisatie een verzoek heeft ingediend om van steekspelen een Olympische sport te maken. Het is namelijk ‘fascinerend om te zien’, zegt een woordvoerster. 


Het VK voelt zich niet langer beschaamd of geisoleerd. Elders in Europa worden vrouwen in boerkini’s van stranden gejaagd en hebben zelfs bijen het zwaar te verduren. Maar niet op de Britse eilanden. Brexit gaat de Britten ‘ons land teruggeven’. Een land waar het best bekeken tv-programma Great British Bake Off heet en waar een sport waarbij ridders elkaar met lanzen uit het zadel wippen, de populariteit van Wimbledon moet gaan evenaren. Er is niets om van wakker te liggen.