Er bestaat een kans, volgens de peilingen zelfs een grote, dat het VK over zes maanden gaat beginnen zich los te maken uit de EU. Een ingewikkeld proces dat jaren zal duren. De beslissing in de EU te blijven of uit te treden, is de belangrijkste die de Britten zullen maken sinds ze in 1975 voor toetreding tot de Europese Gemeenschap stemden. Of sinds, volgens sommigen, de Engelsen zich voor het laatst van een vreemde bezetter bevrijdden na de invasie van Fishguard van 1797.
Bepalend of niet, het referendum, dat mogelijk al in juni gehouden wordt, houdt de Britten nauwelijks bezig. Het blijft bij vrienden thuis, in de metro of in het café als gespreksonderwerp onaangeroerd. De Britten waren nooit geïnteresseerd in de EU. ’Europa’ was altijd een obsessie van een kleine groep, meest conservatieve politici en een nog kleinere groep excentrieke persbaronnen. Tien jaar geleden zei David Cameron dat hij een einde wilde aan ‘het eeuwig gezeur over Europa’ binnen zijn partij. Maar toen bij de Tories paniek uitbrak over de stijgende populariteit van de Eurosceptische Ukip partij, liet hij zich verleiden een referendum uit te schrijven over in blijven of uittreden. De angst voor Ukip bleek later ongegrond, maar toen was het te laat. Cameron had de volksstemming beloofd. Niet uit landsbelang, maar uit partijbelang.
Het referendum moest de burgeroorlog in de Conservatieve Partij smoren, tenminste tot het moment waarop de regeringsleider in triomf met een nieuw akkoord voor het Britse bestaansrecht in de EU, naar huis zou reizen (vermoedelijk vrijdag). Want laten we duidelijk zijn: de nieuwe deal die Cameron bezig is uit de lidstaten te persen gaat niet over echt dwingende zaken als hervorming van de EU, vluchtelingen, of de Eurozone, het gaat over unieke Britse zorgen. Voor Londen, dat alles door de koker ziet van eigenbelang, is al het andere nauwelijks relevant. In het akkoord zal Brussel beloven Londen niet lastig te vallen met plannen voor verdere integratie. De Britten mogen ook de rem zetten op uitkeringen voor migranten. Die wijzigingen moeten, is de gok, de kiezers overtuigen bij de EU te blijven.
Het risico dat Cameron neemt met de toekomst van het VK is adembenemend. Zijn eigen positie is duidelijk. De Britse regeringsleider wil de plaats aan de tafel waar de afspraken gemaakt worden van ’s werelds grootste handelszone, niet opgeven. Mocht dat toch gebeuren, dan heeft hij het helemaal aan zichzelf te wijten.
1 opmerking:
Is het niet zo dat Brittannië in 1975 vooral stemde voor een 'common market' en niet voor een politieke unie? Ik hoor veel Britse politici zeggen dat Brittannië niet van opinie is veranderd en anti-Europees is geworden, maar dat de EU is afgedreven naar een ondemocratische politieke unie.
Een reactie posten