10 november 2010





Sapa 7 oktober


Een beetje boer in dit berggebied bezit, naast zijn huis, een rijstveldje, een vijver met eenden, kippen en een varken. Als het meezit is er ook nog een waterbuffel en/of een brommer. De laatste twee zijn even duur, maar alleen de brommer deelt het woonvertrek.

Onze gids, Dingh, 26, is van de Zwarte H'mong; een van Vietnams bergstammen. De Zwarte H'Mong is niet de grootste minderheid hier. Dat zijn, volgens De Echtgenoot, de Nederlandse toeristen. De H'Mong zijn overwegend argrarisch. (De Nederlandse groepen zijn doorgaans luidruchtig en vrolijk). Dingh werd door haar schoonmoeder uitgemaakt voor prostituee omdat ze in een restaurant werkte. Als H'Mong verhuur je je arbeidskrachten niet aan derden. Maar de horecaeigenaar, een Brit die in het dorp een school oprichtte, won. Dingh leerde Engels en de beginselen van het toerisme. 'Nu de familie en vooral de schoonfamilie zien hoeveel geld ik binnenbreng, zeggen ze niks meer'.

Dingh is een moderne, vrijgevochten meid. Ze spreekt beter Engels dan Vietnamees. Maar ze zal haar haar niet afknippen, draagt de traditionele kleding en hecht evenveel waarde aan het borduursel op haar mouwen, als haar voorouders. Ze tobt over de rijs die nog niet binnengehaald is en haar vingers zijn zwart van de indigo (het is het kledingverfseizoen). Tijdens het lopen wrijft ze vezels van de hennep uit haar tas om daar straks lappen van te spinnen. Als ze tenminste niet aan het sms-en is. Een tikje aan de geemancipeerde kant, misschien, maar verder is Dingh, zegt ze, doodnormaal. Wat je van ons niet kunt zeggen. Wij zijn, volgens sommige boeren die we onderweg tegenkomen, groot, rood en 'silly'. En dat zal wel de gekuiste vertaling zijn.

De Rode Rivier in het grensplaatsje Lao Cai is even bruin als de Groene. Aan de overkant van de brug een hypermoderne stalen toren en een levensgroot reclamebord voor Kentucky Fried Chicken. Welkom in China.

We delen de couchette in de nachttrein naar Hanoi met het Brein van Vietnam en zijn vrouw. Beide zijn fysicastudenten en komen terug van hun huwelijksreis van vijf dagen. Ze zijn in het bezit van hun kandidaats en zoekende naar een onderzoeksproject voor hun PhD. Waar ze willen promoveren? In het buitenland natuurlijk. Zou dat tijdelijk zijn? Nou nee. 'Als we interessant werk vinden komen we waarschijnlijk niet meer terug'. Brain drain, dus. Ja, knikken ze opgewekt. Ik doe het licht maar uit.



Geen opmerkingen: