18 december 2009

Britse kerst. Hoop over ervaring.

Emine Saner is een redelijk verstandige journalist die voor een redelijk verstandige krant werkt (the Guardian). Vorige week schreef ze hoe ze zich eens op kerstavond zo had opgewonden over de op handen zijnde festiviteiten, dat ze ervan had moeten overgeven. Ze was toen 25.

Voor een Britse kerst zijn behalve stalen zenuwen een lange adem nodig. De voorbereidingen voor de festive season beginnen kort na Pasen. Tegen de zomervakantie moet je je positie bepaald hebben. Of je stort je in het kerstfundamentalisme, of je haakt af. De tussenweg is voor losers. Hoewel sommige media jaarlijks de spot met hem drijven koestert de natie een diep respect voor Andy Park, de Osama bin Laden van de kerstfanatici. Park, woonachtig in het graafschap Wiltshire, beweert iedere dag sinds 1994 kerstmis gevierd te hebben. Iedere dag christmas crackers bij de spruiten en iedere dag do they know it's christmas uit de speaker.

Saner begint, zegt ze, medio oktober in de stemming te komen. De avond voor de 25ste kan ze niet slapen. Nooit.

Het landelijk aftellen begint ergens in de eerste week van november. Nog zoveel winkeldagen voor kerstmis. Alleen gedetineerden vinken zo hun tijd af, zegt cabaretier Shazia Mirza. Maar vanaf dat moment gaat er landelijk een knop om. Miljoenen Britten beginnen, als wildebeesten in de Serengeti, aan hun jaarlijkse trek. Ze leggen duizenden kilometers af en staan uren in de rij voor cadeaus van 390 euro; het bedrag dat de gemiddelde Brit aan inkopen onder de kerstboom legt. Ze ondergaan het ritueel in de volle wetenschap dat vaak nog dezelfde avond de cd van Radiohead op eBay gedumpt wordt en dat ze dezelfde nacht nog met thermosfles en slaapzak op de stoep van Marks & Spencer zullen liggen vanwege de plasmaschermen die met ingang van tweede kerstdag met 75% zijn gereduceerd. Iemand heeft kerstmis een feest van consumentenonanisme genoemd; shoppers doen het eigenlijk alleen maar voor zichzelf.

De Britten doen niet aan religie (Tony Blair uitgezonderd). Kerstmis is een tijd van feesten en familie. In die volgorde. Britten hebben eind december evenveel recht om uit hun dak te gaan als een bankier op zijn bonus van £ 7 miljoen. Met zoveel op het spel zijn de ruzies navenant. Als de discussie over het soort boom beslecht is (nep of echt), doemt de vraag: hoe tuigen we hem op. Minimalistisch? Of in de stijl van Las Vegas? Houden we het bij die ene verlichte slee op het dak of moet er een rendier bij?Vallen we in slaap voor de kerstboodschap van de majesteit of voor de alternatieve van Ahmedinejad (Channel 4 in 2008)? Wordt het gans of kalkoen? Het laatste is de moeder aller disputen. Het is het huishoudelijk equivalent van de D-Day landingen. Het is ook een puur theoretische discussie, want natuurlijk wordt het kalkoen en natuurlijk wordt het er een die zo groot is dat hij recht heeft op zijn eigen paspoort. Of in ieder geval groter is dan de oven.

Kertsmis is de belangrijkste dag in de Britse kalender. Er is niets wat zo hartstochtelijk en buitenproportioneel gevierd wordt. Alles wordt eraan afgemeten. De omzet van de middenstand, de kijkcijfers, de nummer een hit, de weddenschappen bij de gokwinkels (wel dan geen witte kerst). En altijd is het alsof het voor het eerst beleefd wordt. Het is de triomf van hoop over ervaring.