1 november 2016

Greatest Living Englishman



The Greatest Living Englishman (GLE) was een titel die jarenlang synoniem was met de befaamde roddelcolumnist Nigel Dempster. De aanduiding was een uitvinding van het satirisch blad Private Eye. Dempster was de enige in leven zijnde Engelsman die de prefix serieus nam. Sinds de columnist enkele jaren geleden overleed is die titel in onbruik. Jammer, maar niet verbazingwekkend. Er is, op het eerste gezicht, een beschamende schaarste aan 100% succesvolle, geslaagde Britten. Maar kijk eens wie daar met kop en schouders boven het maaiveld uitsteekt? 

Ikzelf was er niet opgekomen, maar een vriend suggereerde dat die andere Nigel eigenlijk de enige GLE is die in deze roerige periode voor de kwalificatie in aanmerking komt. En inderdaad. Farage is de perfecte kandidaat. Niet omdat hij Donald Trumps nieuwste beste vriend is, of Poetin bewondert, maar omdat hij zijn ambitie verwezenlijkte. Zijn hele politieke leven lang had Farage maar een doel. Het VK uit de EU krijgen. En op 23 juni, de dag van het Brexitreferendum, kreeg hij zijn zin. Geen kleinigheid, zoals hij zelf niet ophoudt iedereen te vertellen die luisteren wil en velen die dat niet willen. ‘Toen ik hier zeventien jaar geleden binnenliep en zei dat ik een campagne wilde leiden om Groot Brittannië uit de EU te trekken, lachten jullie me uit’, zei hij in een triomfantelijke toespraak in het Europees parlement deze zomer. ‘Ik moet zeggen, jullie lachen nu niet meer, hè?’

Niemand die gedacht had dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU zou stappen. De Britten waren slechte Europeanen, maar geen uittreders. Farage componeerde de achtergrondmuziek die de nationale stemming veranderde. In 2006, toen hij voor het eerst leider werd van Ukip, werd hij uitgemaakt voor clown. Zijn partij was ‘amateuristisch, onprofessioneel en zelfs onacceptabel’ (BBC). Ukips voetsoldaten waren ‘idioten en heimelijke racisten’ (David Cameron). Met het charisma van een vochtige dweil, de typering die hij eens van Rompuy voor de voeten gooide, vocht hij door. Veelal, het moet gezegd, in pubs en andere drankgelegenheden. In 2013 wonnen de Ukippers de Europese verkiezingen. Een jaar later riep de Times Farage uit tot ‘politicus van het jaar’.

Alle politieke loopbanen eindigen in een mislukking, zei ooit die andere fundamentalistische nationalist, parlementariër Enoch Powell. Maar niet in het geval van de Ukipleider.  Angst om migratie, racisme en haatmisdrijven stegen mede dankzij diens campagne. In het Europees parlement en in de Verenigde Staten, is Farage het nieuwe gezicht van Groot Brittannië, superieur, isolationistisch en verpakt in een dichte mist van nostalgie waar geen doorkomen aan is. Toen de Ukipleider in juli aftrad, zei hij dat hij zijn land weer terug had en nu zijn leven terug wilde. Nadat hij het eerst voor iedereen verknald had.


Farage, de kampioen van het feitenvrije debat, die ‘een politieke aardverschuiving’ wilde veroorzaken, is de succesvolste politicus van Engeland. En daarom dus de nieuwe GLE.

16 september 2016

Het cynisme van David Cameron



Zegt de naam David Cameron u nog iets? De man die zei : ’Britten trekken zich niet terug. We nemen de leiding, we krijgen dingen voor elkaar’. Dave won onverwacht de landsverkiezingen van 2015, verloor een jaar later het referendum over Brexit en trok zich nederig terug naar de achterste, groene bankjes van het parlement. Daar zou hij tijd genoeg hebben te overpeinzen hoe je in 14 maanden van hero naar zero gaat. Inmiddels terug van een aantal vakanties, gebronsd van gelaat en ronder in de buikstreek, liet hij weten daar toch maar vanaf te zien.

Hij had wel de burgers van zijn kiesdistrict in Oxfordshire gezegd dat het ‘een enorm voorrecht was’ hen te blijven vertegenwoordigen tot de verkiezingen van 2020, maar Dave had zoveel gezegd. Hij had EU-leiders beloofd dat hij het referendum zou winnen. Hij had de natie verteld dat ook als dat niet het geval zou zijn, hij toch zou aanblijven. Maar ja, politiek hè? Of, zoals regeringsleider Harold Macmillan zei toen hem eens gevraagd werd waar hij het bangst voor was, ‘gebeurtenissen, dear boy, gebeurtenissen’. 

Dat was een jaar of zestig geleden. Politiek was in die tijd nog een serieus beroep. Beoefend door mensen die hun openbare plicht serieus namen. Getuige Winston Churchill, toch niet de minste, die na zijn premierschap nog negen jaar als backbencher freelance-te.

Maar Cameron zou gaan voor de ‘dash for cash’. Sommige gokwinkels geloven nog dat de gewezen premier aanstuurt op het voorzitterschap van Aston Villa FC, maar zelfs de kans op deze bijbaan wordt niet hoger aangeslagen dan een op 250. Zeker is dat Dave miljoenen kan verdienen met directeurschappen, lezingen en het schrijven van zijn memoires. 

Als het om geld te doen is, zou ik bij de multinationals aankloppen. In de liga van internationale rijkdom zit daar de macht, lees ik net. Volgens een onderzoek van de campagnegroep Global Justice verdienen de tien grootste multinationals (Walmart, Apple, Shell) meer dan de meeste landen ter wereld bij elkaar. De superbedrijven stegen vorig jaar in de divisie van 100 economische eenheden, van de 69ste naar de 63ste plaats.


Een paar jaar geleden was cynisme in de pers een ding. Er werd veel over geklaagd en geschreven. Obama beschuldigde de media met cynisme de politiek van de hoop te ondermijnen. In Canada hadden journalisten met die kwalijke eigenschap kiezers van de stembus verdreven, vond regeringsleider Trudeau. In het VK was het niet anders. De Britten, van nature behept met een fijne laag ironie, waren afgegleden naar puur, ranzig cynisme. Ze waren daartoe gedreven door hun verslaggevers, meenden parlementariërs. Nu schrikt de Britse pers niet terug voor het verspreiden van wantrouwen en scepsis. Ze mag ook graag lezers opruien voor politieke doeleinden. Maar het is gewoon niet nodig. Londens politieke klasse heeft laten zien, bij monde van David Cameron, hoe goed ze zelf in staat is cynisme onder het electoraat te verspreiden.

8 september 2016

Steekspelen



En zo viel het toch nog mee. Een dikke twee maanden na het Brexit referendum en het Verenigd Koninkrijk, dat onverenigd uit elkaar had moeten vallen, is niet alleen heel gebleven, maar springlevend. De Schotten maken geen haast zich af te scheuren, de bankiers zitten nog in de City en een sprinkhanenplaag bleef uit. ‘Dear start-ups’, stond er eerder deze zomer op reclameborden in Londen. ‘Keep calm and move to Berlin’. Kalm blijven deden ze, maar in plaats van naar Duitsland te verhuizen doen de Britten wat ze bij dreigend onheil altijd doen: keep calm and carry on shopping. Consumentenuitgaven stegen in de maand na Brexit met 1.4%. Beter nog: meer Europeanen startten in die eerste bange weken na Brexit nieuwe bedrijven op in Engeland, dan daarvoor. Stop dat in je Europese, economische groei verstikkende, regelzuchtige zak, Berlijn. 

’Ik heb gehuild toen de uitslag van het referendum bekend werd, maar nu denk ik dat het misschien wel goed komt’, zegt een vriendin. De rest van het land lijkt dat sentiment te delen. Degenen die nog steeds treuren om het verlies van Europees lidmaatschap doen dat in stilte. Hun waarschuwingen over Brexit als een armageddon moesten de natie de stuipen op het lijf jagen, maar toen het er op aan kwam bleek niemand in het schrikbeeld te geloven. Het was eenzelfde soort beleving als bij het zien van Silence of the Lambs. Eng, maar ongeloofwaardig.

Tegen de tijd dat een zomer van verregende barbecues plaatsmaakte voor een hittegolf, was het zelfvertrouwen terug. Op de Olympische Spelen triomfeerden de Britten alsof ruling the waves nooit uit de mode geweest was. Team GB kwam thuis uit Rio met armenvol medailles. En als Groot Brittannie, met een bevolking die eentwintigste is van China, boven dat land eindigt op de Olympische medaillespiegel, dan is alles mogelijk. En over de Spelen gesproken, ik lees net dat de National Heritage organisatie een verzoek heeft ingediend om van steekspelen een Olympische sport te maken. Het is namelijk ‘fascinerend om te zien’, zegt een woordvoerster. 


Het VK voelt zich niet langer beschaamd of geisoleerd. Elders in Europa worden vrouwen in boerkini’s van stranden gejaagd en hebben zelfs bijen het zwaar te verduren. Maar niet op de Britse eilanden. Brexit gaat de Britten ‘ons land teruggeven’. Een land waar het best bekeken tv-programma Great British Bake Off heet en waar een sport waarbij ridders elkaar met lanzen uit het zadel wippen, de populariteit van Wimbledon moet gaan evenaren. Er is niets om van wakker te liggen. 

11 augustus 2016

Londen. Voor al uw cynisme



Ik had gister een (vrij) lang gesprek met mijn zoon over het begrip doorgang. Jongste zoon werkt in een doorgangshuis voor dakloze jongeren, maar volgens mij dekt die term de lading niet meer. Doorgang suggereert een weg naar een bestemming, was mijn argument. En een kaartje voor de nachtbus kun je volgens mij geen bestemming noemen. Als je mensen verwijst naar een onderkomen met stapelbedden en een lauwe douche, kijk, dan heb je het over een bestemming. Geen permanente, maar wel iets definitiefs voor die nacht. Maar als de meeste night shelters in Londen zijn opgehouden te bestaan, en jouw taak wordt het uitdelen van enkeltjes aan mensen onder de 21 om in een nachtelijke dubbeldekker dezelfde route langs Charing Cross te rijden totdat de zon opkomt omdat het in ’s werelds vijfde grootste economie aan opvangcentra met bedden ontbreekt, werk je dan nog voor een doorgangshuis? U ziet mijn punt. Jongste zoon, op den duur, ook. Kom in Londen werken als je zoekt naar een dosis surrealisme om er je cynisme mee te verrijken. Vooral als je werk, dat doorgangshuis dus, op loopafstand ligt van de City, waar de bazen van ’s lands grootste bedrijven jaarlijks gemiddeld € 6.5 miljoen verdienen. Een stijging op 2015 met 10%.  Aldus een onderzoek eerder deze week van de High Pay Centre. 

In 1998, las ik laatst, nam een bedrijfsdirecteur, want zo heette CEO’s toen nog, 47 maal het loon van zijn gemiddelde werknemer mee naar huis. Nu is dat 130 keer. Waarmee Britse topondernemers, gerekend naar bedrijfsomzet, proportioneel de grootste verdieners ter wereld zijn. En waarom? De Britse economie heeft mazzel een recessie te ontwijken, zegt de Engelse Bank. De veel bejubelde groei van de laatste tijd was gebaseerd, blijkt, op hete lucht. Ook wel consumentenschuld geheten. Het hield jarenlang de deksel op de ketel van gebrekkige productiviteit, uitgeholde industrieën, tekort aan investering en een chronisch onvermogen te concurreren. Maar Brexit heeft de deksel weggeblazen. 


Als de signalen uit de City een groep deskundigen bekend voorkomt, dan moeten het ontwikkelingseconomen zijn, denk ik wel eens. Ga maar na. Een kleine sector die pakken geld genereert, waar een kleine groep mee vandoor gaat, tussendoor de economie van een hele natie uit balans trekkend. De financiële en sociale scheefgroei in Groot Brittannië is van adembenemende proportie. Zeker, het stikt in het VK van de iPads maar ook van de voedselbanken die de vraag niet aan kunnen. En van werknemers die pissen in een lege colafles omdat ze van de baas niet naar de w.c. mogen. En van vrouwen die hun nul-urencontract alleen kunnen omzetten in een vast contract als ze hun werkgever seksuele diensten verlenen. En dat alles doet mij meer denken aan India, dan aan, pakweg, Duitsland. Iedereen weet inmiddels dat maatschappelijke ongelijkheid slecht is voor de economie, maar de Britten kunnen maar niet breken met oude gewoontes, vastgeroest in de vrijste der vrije markten. Ik zie tenminste geen andere reden waarom het VK zich zo makkelijk laat vergelijken met een bananenrepubliek. 

2 juli 2016

Boos, bedroefd en verdeeld. De Brexistentiële crisis


Ruim een week na het referendum en de Britten kunnen maar niet wakker worden uit de boze droom die Brexit heet. ’Ik schaam me gewoon voor mijn ouders’, zegt het meisje achter de receptie van een West-Londense salon. ‘Ze hebben allebei voor uittreden gestemd. Ik heb ze nog zo gevraagd het niet te doen, en nu hebben ze mijn toekomst opgeblazen. We hebben er vreselijke ruzies over’. Ik was voor lichte afleiding de kapperszaak binnengelopen, maar er is niet aan te ontkomen. Brexit is overal. Het heeft families verdeeld en vriendschappen beeindigd. Inblijvers schrappen uitnodigingen voor verjaardagsfeesten, ‘omdat ik zonder geweer geen Brexiteer wil zien’, zegt een vriend. De ene helft van het land heeft de andere ‘unfriend’. In nagelbars en kebabtenten, niet echt hotbeds van politiek debat, en in bussen en de metro vang je gesprekjes op over Brexit. Ik kan me niet herinneren dat er zoveel over politiek gepraat werd in Londen. En met zoveel emotie. Britse vrienden omhelzen me met de somberte van een begrafenis. Ze zeggen zich ontworteld te voelen. Ze schamen zich Brits te zijn. Ze hebben gehuild, slapeloze nachten gehad en zich misselijk gevoeld bij de gedachte aan Europees isolement. Er is jaloezie op diegenen die op zolder geboorteakten hebben liggen, ooit achteloos in een schoenendoos gegooid, van Oostenrijkse en Spaanse grootouders. Met een dubbele nationaliteit heb je nog een toekomst in Europa. De Ierse ambassade heeft Britten opgeroepen geen paspoortaanvragen meer in te dienen. Het consulaat, dat gemiddeld twee honderd verzoeken dagelijks behandelt voor Ierse paspoorten, heeft er nu op een dag 4000 te verwerken gehad. Sinds ik mijn Britse schoonmoeder tranen in haar afwaswater zag huilen over de stakende mijnwerkers in de jaren tachtig, was er niet zo’n gevoel van doem. ‘Engeland heeft een nieuwe geschiedenis’, zegt een vriendin. ‘Er is een tijdperk voor Brexit en een erna’. De overwinning van de Uittreders heeft de omgangsvormen op straat, doorgaans civiel maar onverschillig, veranderd. Nationalisten triomferen met aanslagen en beledigingen op moslims en Europeanen die een maand geleden ondenkbaar waren. 

De regenachtige dagen na de referendumuitslag laten zich lastig rijmen met de laatste keer dat Groot Brittannië zich onderwierp aan zelfonderzoek. Bij de Olympische Spelen van 2012 presenteerde het land zich als zelfverzekerd, open, internationaal en verdraagzaam. Was het een illusie?, is de vraag in emails en op twitter. Hoe kan het dat niemand de culturele oorlog over inkomen, klasse en nationalisme zag aankomen? En is die terug te draaien? ‘Engeland is’, zei Mark Rutte, ‘politiek, monetair, constitutioneel en economisch in elkaar gestort’.  ‘Praten uw klanten nog ergens anders over?’, vraag ik een taxichauffeur. ‘Brexit is het enige onderwerp’, zegt hij. ‘Ik wilde bijna dat we het weer gewoon over Uber konden hebben’. Vroeg of laat zal de stemming omslaan. De Britten zullen zich weer bekommeren over de kwaliteit van het gazon en plotontwikkelingen bij Game of Thrones. Op den duur zullen de gevolgen van deze volksopstand leiden tot een nieuwe sociale en economische orde, maar voorlopig zitten de Britten vast in een landelijke catastrofe die ze enkel aan zichzelf te wijten hebben.

4 juni 2016

Brexit? Het ligt allemaal aan WO II




Als het VK op 23 juni besluit de Europese deur achter zich terug te trekken, dan ligt dat voor een groot deel aan de tweede wereldoorlog. Of liever, aan de Britse obsessie daarmee. Hoe de gebeurtenissen van 1939 - 1945 het landelijk denken bepalen, werd me voor het eerst duidelijk tijdens een uitzending van een regionaal, Brits TV programma. Het onderwerp was ‘Europa’, waar in dit geval, zoals zo vaak, de EU mee bedoeld werd. Ik was de enige Europeaan op het podium en waarschijnlijk ook in de zaal, waar een mevrouw de microfoon had opgeëist om me (retorisch) te vragen hoe het VK zich kon identificeren met landen die, als ze niet met Hitler geheuld hadden, door zijn leger onder de voet waren gelopen. We probeerden in 1940 wel degelijk de invasie te stoppen, pruttelde ik, totdat de Duitsers dreigden Amsterdam in de as te leggen. ‘So?’, zei de vrouw. Nou en? En daar was alles mee gezegd. 

Dit gebeurde ergens in de jaren tachtig. Ik woonde nog maar kort in Londen en had niet door dat de witte vlag hijsen teneinde je schitterende hoofdstad te sparen, voor de Brit geen excuus is. Had Winston Churchill niet laten zien dat terugvechten geen kwestie was van militaire krachtmeting, maar van principe? En wij, slappe zeikers, waren binnen een week gezwicht. 

Don’t mention the war? Als je de Britten de kans geeft, hebben ze het nergens anders over. De tweede wereldoorlog was hun finest hour. Het zou tevens de verschillen tussen het VK en het continent opnieuw definiëren. En zo bepalend dat ze 72 jaar goed bleven. De Europese Gemeenschap was de oplossing voor een continent dat conflict wilde begraven met coordinatie. Het afstaan van soevereiniteit was hiervoor een kleine prijs. Voor Britten was Europese toenadering het antwoord op een probleem dat ze niet hadden. Dus waarom hun soevereiniteit delen?

De Britten zijn niet anti-Europees of anti buitenlands. Ik woon in de meest diverse hoofdstad ter wereld. De tweede taal in Engeland is Pools. De Indiase curry is het nationaal gerecht. En met bijna een half miljoen Fransen, is Londen de vijfde grootste Franse stad. Er zijn weinig andere Europese landen waar buitenlandse invloeden zo makkelijk geabsorbeerd worden. Toen ik er kwam wonen was Londen de hoofdstad van Groot Brittannie, nu is ze van iedereen. Maar wat de Britten niet hebben is een gedeelde Europese identiteit. Het verklaart de totale onverschilligheid jegens de gevolgen van uittreding voor het vasteland. 

Britse politiek en cultuur zijn doordrenkt van een nostalgisch verlangen. ’We hebben meer gemeen met mensen in India en Australië dan met Duitsers en Fransen’, zei de vrouw in dat TV programma ook nog. De Britten waren nooit volwaardig lid van Team Europa. Ze waren de veeleisende, lastige, stampvoetende diva. Het was altijd zij en wij. 

De tweede wereldoorlog is overal. Van de 800 boeken die jaarlijks over Hitler geschreven worden, komt 80% uit Engeland. In geschiedenislessen op school domineren de wereldoorlogen. De periode 1939-1945 inspireert videospellen, opera’s, t.v. series en stripverhalen. Zeg ‘Duitsland’ tegen een Brit en er zal geen Angela Merkel, maar een swastika op zijn netvlies verschijnen. Ieder etmaal doemt er ergens wel een verhaal over WOII op. En vooral over het feit dat de Britten hem wonnen; een historisch gegeven waar voortdurend bij stilgestaan moet worden. In 2015 alleen al werden de bevrijding van Auschwitz herdacht, VE Day, de dood van Winston Churchill en de Hardest Day, waarbij Spitfires over Kent vlogen ter herdenking van iets waar eigenlijk niemand van gehoord had. De tweede wereldoorlog is een gebeurtenis die weinig zich meer herinneren, maar die bepaalt hoe Britten de wereld zien. En vooral de EU.


Zo erg is het toch niet, zei mijn Britse echtgenoot kort geleden aan het ontbijt, toen de obsessie met het verleden weer eens ter sprake kwam. Ik hoefde enkel triomfantelijk te wijzen naar de stapel recensies van de jongste Britse film, ‘Dad’s Army’ (‘Daar komen de schutters’). Want zo erg is het namelijk wel.

10 mei 2016

Boaty MacBoatface bedreigt Britse democratie



Heeft de Britse democratie nog wel bestaansrecht? Duizenden namen vorige week de moeite hun stem uit te brengen, om uiteindelijk toe te zien hoe hun wil door een arrogante élite genegeerd werd. De uitslagen voor verkiezingen voor een nieuwe burgemeester van Londen, een nieuw bestuur in Schotland en honderden gemeenteraadszetels in Engeland werden gerespecteerd, maar misschien wel de belangrijkste uiting van populaire voorkeur, werd de nek omgedraaid.

Een nieuw laboratoriumschip dat de Noord- en Zuidpoolse wateren gaat onderzoeken, zal namelijk niet de naam Boaty McBoatface krijgen, zoals een overweldigende meerderheid wilde, maar gaat David Attenborough heten. En David Attenborough, naar de wetenschapper achter talloze natuurdocumentaires, kwam niet eens tweede. In een vlaag van verstandsverbijstering of democratische geestdrift, had de Natural Environment Research Council (NERC) besloten het publiek te vragen een ‘inspirerende naam’ te bedenken voor de nieuwe, prestigieuze schuit. En die kregen ze. Bijna overweldigd door hun eigen creativiteit werden titels aangedragen als: It’s Bloody Cold Here, Usain Boat en Ice, Ice Baby. Maar de site crashte met Boaty McBoatface die, met 125.000 stemmen, de onbetwiste winnaar werd.  

Of ze soms ‘krankzinnig geworden waren’, foeterde een oud hoofd van de marine over zijn landgenoten. De man die de naam Boaty McBoatface geïntroduceerd had, bood zijn excuses aan. De minister voor wetenschappen pleitte voor begrip. De Britten snapten toch wel dat Londen met geen mogelijkheid een schip van € 260 miljoen met Boaty McBoatface in koeienletters op de zijkant, de oceanen op kon sturen.

Professoren van de NERC zijn vanmiddag in het parlement op het matje geroepen. De vaste kamercommissie van wetenschap en technologie wilde weten of de online oproep om naamsuggesties een triomf was geweest voor publiciteit voor de obscure organisatie of een ramp. En hadden ze niet beter moeten weten? Eh nee, zei professor James Wilsdon die zelf zijn stem op Boaty MacBoatface bleek te hebben uitgebracht.


Hoewel tenminste een minister vond dat de wil van het volk gerespecteerd moest worden, gaat het bewuste schip David Attenborough heten. Maar Boaty MacBoatface is niet helemaal van de kaart geveegd. Ze zal verder leven op een onderzeeër (jawel, een gele). Inmiddels is een nieuwe online petitie gestart die David Attenborough vraagt om zijn naam bij de wet te veranderen in Boaty MacBoatface. De revolutie kan niet ver weg meer zijn.

21 april 2016

Hoera, de queen is 90. En na Elizabeth de republiek!




Als er een onderwerp is waarover ik meer dan welk ander bericht heb, dan is het de Britse monarchie. Urenlang heb ik Elizabeth gevolgd. Als een stalker heb ik haar achterna gezeten en, doorgaans van de andere kant van een dranghek, bekeken en bespied. 

Ik heb gesproken met haar hofdames, paleismedewerkers (’als ze er niet is, mogen wij gebruik maken van haar zwembad’) en handschoenenmaakster. En ik heb thee gedronken in haar achtertuin (weliswaar met 7885 anderen, maar toch). Toen ik de namen van ’s lands fanatiekste monarchisten begon te kennen, meest bejaarde dames die hun heldin overal volgen, wist ik dat het tijd was af te kicken. Als het aan mijn opdrachtgevers lag was ik achter een heg van een van haar vele paleizen gaan wonen. Maar er komt een moment waarop je nog zoiets als een eigen leven wil.


Heb ik haar zien veranderen? Omdat Elizabeth de goeie gewoonte heeft (voor een onberispelijk conservatief staatshoofd) nooit interviews te geven, draait alles om de interpretatie van haar lichaamstaal. En, voor wat het waard is, ze is tegenwoordig minder sfinx-achtig, glimlacht vaker, lijkt meer ontspannen. Alles in gradaties, natuurlijk. Spontaan en goedlachs zal ze nooit worden.

En dat hoeft ook niet. De Britse vorstin is universeel bekend en geliefd en wordt als geen ander staatshoofd gerespecteerd. Elizabeth is de queen. Wij kunnen in Nederland ons eigen koningshuis hebben, wat de rest van de wereld betreft is er maar een koningin. En die zit in Londen. In eigen land is Elizabeth niet alleen het symbool van de monarchie, ze is de monarchie. Geen Britse vorstin die ouder is geworden dan Elizabeth. Niemand ook die langer op de Britse troon zat. Mensen van mijn generatie in Nederland Juliana, Beatrix en Willem-Alexander meegemaakt. Mijn Britse vrienden kennen alleen Elizabeth. Hoe lang dat zo zal blijven is de niet uitgesproken vraag. Aftreden, het A-woord, wordt binnen de paleismuren niet gebezigd. ‘Dat is net zoiets als ‘fuck’ zeggen in de kerk’, zei een paleismedewerker tegen de schrijver Stephen Bates. Uit respect voor de queen wordt de discussie over het leven na Elizabeth niet gevoerd.


Anna Whitelock, een historica in Londen, zei kortgeleden te geloven dat als de queen niet meer actief zal zijn, pakweg over een jaar of tien, vijftien, het vorstenhuis ‘op zijn laatste benen kan staan’. Tegen 2030 zouden de onderdanen het idee van een republiek ‘wel eens heel aantrekkelijk kunnen vinden’. De steun voor de monarchie, zei ze, is steun voor de queen, niet voor het instituut. De vraag over hoe relevant een koninkrijk is in een moderne samenleving, wordt niet gesteld. De discussie over wat voor land Groot Brittannië wil zijn, zal pas gevoerd worden als Elizabeth niet langer de troon bezet. Sommige Gemenebestlanden hebben dat debat al aangezwengeld.  Jamaica, Canada, Australie en Nieuw-Zeeland laten van tijd tot tijd doorschemeren het met Elizabeth voor gezien te houden. Zij zouden liever hun eigen staatshoofd kiezen, dan verder te gaan met Charles. Zeker is dat zolang de queen in Buckingham Palace zit, alles bij het oude zal blijven. Dus als de onderdanen straks roepen long live the queen, dan menen ze dat. Letterlijk. 

3 maart 2016

Liever vuil dan Clean For The Queen

Wat geef je een vrouw die alles heeft voor haar negentigste verjaardag? Een schoon land, natuurlijk! Als het aan de bedaagde, welbespraakte leden van Keep Britain Tidy en Country Life Magazine ligt, gaan een miljoen Britten dit weekeinde in het hele land winkelwagentjes uit kanalen vissen, matrassen uit voortuinen halen en heggen bevrijden van plastic tasjes. Tegen de tijd dat het Britse staatshoofd op 21 april jarig is, moet je van de M25 kunnen eten.

Afval is een probleem, vinden de Britten. 90% vindt het zelfs een ‘enorm probleem’. 
De website van Clean For The Queen spreekt van een green and pleasant land, bedolven onder ‘voedselverpakking, plastic flessen, afhaalmaaltijden en sigarettenpeuken die onze natuur, straten, platteland en gevoel van trots aantasten. Hoe beter onze dankbaarheid aan Hare Majesteit te betuigen, dan ons land schoon te maken?’  

De initiatiefnemers gaan ervan uit dat de vorstin zich ergert aan de twee en een half miljoen stuks afval die per dag worden weggegooid. Maar wie zegt dat ze zich daar zelfs maar van bewust is? Als er iemand een vertekend beeld moet hebben van de hygiënische staat van haar land, is dat Elizabeth. Overal waar ze komt zijn blinken de stoepen en ruikt het naar verf. Het is zelfs niet ondenkbaar dat het staatshoofd gelooft dat er planten in Britse toiletten groeien, zo hardnekkig  zou de gewoonte van haar gastheren zijn om voor haar bezoeken in de regio een pot azalea’s in w.c.bakken te zetten.

Indicaties zijn dat de organisatoren van de opruimcampagne het enthousiasme van de onderdanen om hun staatsvrouwe een schoon land te geven, enigszins overschat hebben. Zeker, Clean For The Queen trendde al gauw op twitter maar om de verkeerde redenen. ‘Schoonmaken voor de queen?’, was een vrij typische reactie, ‘de middeleeuwen zijn voorbij, wij zijn geen horigen’. En: ’We doen er beter aan onze democratie schoon te vegen’. 


De digitale tegenwind heeft de initiatiefnemers enkel sterker gemotiveerd. Volksvertegenwoordigers zijn geronseld over de brug te komen met een ‘nieuwe straf voor afval aso’s’. De wegwerpboete zal worden verdubbeld tot € 210 euro. Tegelijkertijd roept de campagne Britten op om ‘mensen die vuilnis weggooien daarop aan te spreken’. Dat kan best eng zijn, erkent de website. Het advies is om teksten als ‘oi mate, oprapen die troep’, achterwege te laten en te doen alsof de overtreder een vergissing begaan heeft en per ongeluk de kauwgom uit zijn mond heeft laten vallen. In cynischer delen van het land was de verontwaardiging voelbaar. ‘Wat?’, reageerde een onderdaan. ‘Moeten we elkaar er nu ook nog bijlappen?’  De verwaaide chipszakken en koffiebekers die het VK zo herkenbaar maken, zullen voorlopig wel blijven liggen.

16 februari 2016

Wel of niet in de EU blijven? De Britten zijn niet geïnteresseerd.




Er bestaat een kans, volgens de peilingen zelfs een grote, dat het VK over zes maanden gaat beginnen zich los te maken uit de EU. Een ingewikkeld proces dat jaren zal duren. De beslissing in de EU te blijven of uit te treden, is de belangrijkste die de Britten zullen maken sinds ze in 1975 voor toetreding tot de Europese Gemeenschap stemden. Of sinds, volgens sommigen, de Engelsen zich voor het laatst van een vreemde bezetter bevrijdden na de invasie van Fishguard van 1797.

Bepalend of niet, het referendum, dat mogelijk al in juni gehouden wordt, houdt de Britten nauwelijks bezig. Het blijft bij vrienden thuis, in de metro of in het café als gespreksonderwerp onaangeroerd. De Britten waren nooit geïnteresseerd in de EU. ’Europa’ was altijd een obsessie van een kleine groep, meest conservatieve  politici en een nog kleinere groep excentrieke persbaronnen. Tien jaar geleden zei David Cameron dat hij een einde wilde aan ‘het eeuwig gezeur over Europa’ binnen zijn partij. Maar toen bij de Tories paniek uitbrak over de stijgende populariteit van de Eurosceptische Ukip partij, liet hij zich verleiden een referendum uit te schrijven over in blijven of uittreden. De angst voor Ukip bleek later ongegrond, maar toen was het te laat. Cameron had de volksstemming beloofd. Niet uit landsbelang, maar uit partijbelang.

Het referendum moest de burgeroorlog in de Conservatieve Partij smoren, tenminste tot het moment waarop de regeringsleider in triomf met een nieuw akkoord voor het Britse bestaansrecht in de EU, naar huis zou reizen (vermoedelijk vrijdag). Want laten we duidelijk zijn: de nieuwe deal die Cameron bezig is uit de lidstaten te persen gaat niet over echt dwingende zaken als hervorming van de EU, vluchtelingen, of de Eurozone, het gaat over unieke Britse zorgen. Voor Londen, dat alles door de koker ziet van eigenbelang, is al het andere nauwelijks relevant. In het akkoord zal Brussel beloven Londen niet lastig te vallen met plannen voor verdere integratie. De Britten mogen ook de rem zetten op uitkeringen voor migranten. Die wijzigingen moeten, is de gok, de kiezers overtuigen bij de EU te blijven. 


Het risico dat Cameron neemt met de toekomst van het VK is adembenemend. Zijn eigen positie is duidelijk. De Britse regeringsleider wil de plaats aan de tafel waar de afspraken gemaakt worden van ’s werelds grootste handelszone, niet opgeven. Mocht dat toch gebeuren, dan heeft hij het helemaal aan zichzelf te wijten.