10 februari 2014

overlast



Als je van mijn huis naar de Theems loopt, een paar honderd meter verderop, kun je de bordjes niet missen: hier niet parkeren - overstromingsgevaar.  Niet dat je er de klok op gelijk kan zetten, maar het komt nogal eens voor dat als je ‘s zomers op een terrasje tegenover zo’n bordje zit, er vanzelf een auto voorbij komt drijven. Met knipperende lichten en jankend claxon. Een kwartier later komt dan een volledig uitgeruste brandweerauto met minstens zes man personeel de weg versperren om de auto, doorgaans al lang uit het zicht verdwenen, weer de wal op te krijgen. 

Iedereen in mijn West-Londense buitenwijk weet dat de Theems aan getij onderhevig is. Ze overstroomt op de meest ongemakkelijke momenten. Bij voorkeur als je ‘s avonds van een feest naar huis loopt en er niks anders opzit dan met paalhakken en onderkleding boven het hoofd getild, door het diepste stuk te waden. Mijn zus moest een keer gered worden door de man van de veerboot . Hij had duidelijk gezegd dat als ze naar de overkant wou, ze om zes uur uiterlijk bij de stijger moest staan. Werd het later dan kon hij vanwege het tij de pont niet meren. Ze moest, om kwart over zes, op zijn rug naar de boot gedragen worden. Hij had de lieslaarzen aan, zij niet. Dat ze eronder geleden kan ik niet zeggen. De fysiek van de meeste Engelse mannen is slechts een tragische afspiegeling van die van Stan the Ferryman.

Ik wil maar zeggen: die bordjes staan er niet voor niks. Ook al ligt ‘the river’ er nog zo rimpelloos bij, hij kan toeslaan. Je kunt natuurlijk altijd je kop in het zand steken. Zoals de bestuurders van die auto’s en zoals de regering van Dave Cam. Van alle ministeries die moesten bezuinigen, heeft het ministerie van milieu het meest moeten inleveren. 

De afgelopen maand was uitzonderlijk drassig. De natste januari in 250 jaar. Maar voor toenemende regenval en stormen werd al lang voordat het januari werd gewaarschuwd. Bovendien is water de Britten niet vreemd. Dit is een eiland waar je nergens verder dan 75 kilometer van de zee zit. Toch wordt op overstromingsgebieden gebouwd, is de waterhuishouding decennia genegeerd en werd op vloedweringen van de ene dag op de ander € 120 miljoen bekort. En dan, toppunt van hoogmoed, wordt een ‘klimaatscepticus’ benoemd tot milieuminister. Alsof de weergoden niet genoeg getart zijn.  

‘Ik ben de overstromingen en vooral het gezeur erover kostbeu’, zegt een vriendin in wiens boerderij in Devon het water door de stenen vloertegels naar boven komt. 
Zodra het droog en warmer wordt komt ze logeren en bijpraten. Bij voorkeur op een terrasje aan de Theems. Want je hebt geen idee, zei ik tegen haar, wat je daar allemaal voorbij ziet drijven.