9 mei 2014

Eurovisie songfestival: leuk voor de Balkan

Je zal maar Brits zijn en een fan van het Eurovisie songfestival. Je lot is dan zwaar bespot te worden of op zijn best genegeerd. De Britse media, gezamenlijke neus in de wind, proberen het spektakel zo veel mogelijk te negeren. De aanloop ernaar toe, de kandidaten, de halve finales, de repetities; ze worden nauwelijks verslagen. De BBC organiseert niet eens een wedstrijd om het populairste nummer te vinden, ze kiest er zelf een uit. Je kunt je hele leven in Engeland doorbrengen zonder van het Eurovisie songfestival gehoord te hebben. Behalve natuurlijk als de Britse deelnemer wint. Maar dat is zo’n zeldzame gebeurtenis dat niemand zich meer herinneren kan wanneer dat voor het laatst gebeurde. 

Vraag is: willen de Britten wel winnen? Want als het festival je ernst is, waarom dan  een zanger sturen die niet de muzikale competitie The X Factor won (2008)? Of een man met een absurde naam (Engelbert Humperdinck- 2012) om het daarna nog eens dunnetjes over te doen met een has-been van dezelfde generatie (Bonnie Tyler 2013). Veel makkelijker is je met laatdunkende ironie af te zetten tegen al die Europeanen die jaar in jaar uit liever hun punten afstaan aan Slaven in absurde schoenen dan het superieure muzikale talent van de Engelse inzending op waarde te schatten. 

Het Verenigd Koninkrijk zit sinds het verlies van de koloniĆ«n in een slepende, nationale identiteitscrisis over zijn rol-in-de-wereld. Om dan ook nog eens drie keer in een decennium op de allerlaatste plaats te eindigen op het Eurovisie songfestival (kijkers 100 miljoen) kan het broze zelfvertrouwen hard raken. Er is maar een remedie. Om de pijn te verzachten wordt het spektakel afgedaan als een grote grap. Sinds de laatste pakweg 20 jaar is er geen land waar zo zuur gedaan wordt over het songfestival als Groot BrittanniĆ«. Het festival is een bijwoord voor maf, smakeloos en ‘Euro-trash’. Het is leuk voor de Balkan enzo, maar voor de rest van Europa is het een gebeuren dat eigenlijk met de val van de Berlijnse muur aan zijn einde had moeten komen. Tenzij je wanhopig bent, avonddienst hebt in een zorgcentrum, of gay natuurlijk, gaat geen Brit daar een lange zaterdagavond naar kijken.


En toch, en toch. Ieder jaar is er altijd weer iemand die, tegen beter weten in, voorzichtig suggereert dat dit jaar de Britse inzending hoge ogen gaat gooien. Zaterdag zou dat Molly Smitten-Downes moeten zijn. Molly Smitten-Downes. Dat is niet eens een naam, schreef de Guardian. Dat is een adres uit Downton Abbey. Een kans van 1 op 8 om te winnen, zeggen de gokwinkels. Ik ga hem niet eens onthouden.