19 december 2012

De cultuur van vuurwapens


Ik heb Britse vrienden die op een boerderij wonen in Devon, zuid-west Engeland. Niet afgelegen in de zin van ‘in the middle of nowhere’, maar je bent toch al gauw vijf minuten onderweg, te voet, voordat je bij de buren bent. Ze hebben een jachtgeweer. Daarmee schieten ze, tot onbeschrijfelijk genoegen van mijn zonen als ze er logeren, konijnen dood. Ik heb het een keer geprobeerd. Kartonnen dartboard op de boom, geweer tegen de schouder, trekker overhalen. Op alles voorbereid en dan nog bijna tegen de grond gegooid worden door de terugslag.

Andere Britse vrienden jagen. Als ik mee ga, wat zelden voorkomt daar het mij doorgaans te zompig is, schiet ik kleiduiven. Wat, geloof het of niet, best wel eens de spannendste sport ter wereld zou kunnen zijn. Mijn Britse vrienden behandelen hun vuurwapens met respect en terughoudendheid. Het laatste wat ze doen is hun kinderen meenemen naar een schietbaan om te leren doelschieten, zoals de moeder van Adam Lanza. Geweren hebben maar een doel: te doden, zeggen ze. En toch. Met een geweer in je hand, ben je een ander mens. Gewichtiger, serieuzer. Ik kan begrijpen waarom het Amerikanen zwaar zou vallen er afstand van te doen.

In contekst bezien is dat bloedbad in Newtown, Connecticut niet zo uitzonderlijk als het lijkt. Kijk naar de cijfers. Dagelijks worden 80 Amerkanen doodgeschoten. Op scholen, bij bushaltes, in supermarkten. Bijna de helft van de Amerikaanse bevolking heeft een geweer in huis, doorgaans even toegankelijk opgeslagen als bij ons de paraplu. Eenderde van de bijna 300 miljoen geweren in de VS zijn handgeweren, ‘nutteloos voor de jacht, maar briljant om mee te doden’, zegt Brian Masters, auteur van ‘The Evil That Man Do’. Sinds de moorden op de Kendedy’s en Martin Luther King in 1968 zijn ruim een miljoen Amerikanen doodgeschoten.

De Amerkanen zijn verslaafd aan vuurwapens. Ze hebben er geen jachtseizoen voor nodig om geweren te verzamelen, te vertroetelen en alleen al aan het bezit ervan plezier te beleven. Het eerste wat mijn (Amerikaanse) zwager deed als we in Las Vegas kwamen logeren, was zijn pistool laten zien. Ik moest daar aan denken toen ik las dat twee dagen na het bloedbad op de school in Newtown, de plaatselijke schietbaan al weer open was.

Waarom heb je toch zo’n ding in huis? vroeg ik dan de zwager met typisch Europese afkeuring. Waarop hij uitlegde in een toon alsof hij het tegen een verstandelijk gehandicapte had, wat ik in zijn ogen ook was, dat hij dat ding had om er zijn gezin mee te beschermen. De meeste Amerkanen voelen zich veiliger met een geweer onder het bed. Ook al wijzen onderzoeken uit dat huizen zonder een vuurwapen veiliger zijn dan een met. Begrijpelijk. Je bent minder geneigd tot redenering en meer bereid tot aktie als er een geweer binnen handbereik ligt.

Schietpartijen heb je overal. Ook bloedbaden op scholen. De Britten hadden hun Newtown in 1996 toen een vroegere scoutleider 15 kinderen van vijf en zes jaar doodschoot, en hun docent, in een school in het Schotse Dunblane. Sindsdien zijn de Britse vuurwapenwetten een van de striktste ter wereld. Maar ze zijn niet de oplossing. Ze weerhielden tenminste Derrick Bird er niet van om twee jaar geleden twaalf mensen dood te schieten in het noord-Engelse Cumbria. Wat ze wel doen is de kans op bloedbaden reduceren. Dat vindt ook de Britse politie, een van de weinige ter wereld die ongewapend rondloopt. Ook iets wat mijn Amerikaanse zwager nooit begrepen heeft.

19 oktober 2012

Kniebuiging

'Ik zal je een ding vertellen over de erg rijken', schreef F Scott Fitzgerald in 1925. 'Ze zijn anders dan jij en ik'. En dat zijn ze nog steeds. Ze kunnen dan ontbijten met plastic tupperware bakjes en 's avonds de gangen afstruinen om te controleren of alle lichten uit zijn, maar veel is er sinds het begin van de vorige eeuw niet veranderd. Nou heb ik hele rijke vrienden die zo geboren zijn en daar dus niks aan kunnen doen. En steenrijke vrienden die mazzel gehad hebben, spijkerbroeken zijn blijven dragen en waaraan je verder niks merkt. Behalve dat ze altijd eersteklas vliegen. En er een chauffeur op nahouden. En af en toe verzuchten dat ze nu de mensen geworden zijn waar ze vroeger stenen naar wilden gooien.

Maar de combinatie walgelijk rijk en adellijk is in de categorie anders zijn de overtreffende trap. We hadden natuurlijk al wel een vage notie dat ze nergens meer anders zijn dan in Buckingham Palace, maar nu hebben we het bewijs. Kort geleden deed de Britse majesteit een nieuw pamflet uitkomen, getiteld Order of Precedence of the Royal Family to be Observed at Court. Reglementen dus voor wie wanneer een hoofd- of kniebuiging moet maken (of misschien wel alle twee tegelijk) voor wie. Bovenaan de ereliga staat natuurlijk Her Maj. Maar Kate Middleton, met het deftige meisjeshaar en de titel hertogin van Cambridge, bungelt praktisch onderaan. Omdat ze zonder een cel blauw bloed geboren is. En daarom moet Kate als een maitre d' door het paleis, met haar neus op het tapijt, in geval er een bloedverwant van haar man langskomt die in de koninklijke divisie toevallig voorrang heeft. O en nog iets. Dit protocol geldt overal. Dus thuis en in het openbaar. Zit Kate, pardon Catherine, stel ik me voor, in haar eigen boederij in Wales, is er een klop op de deur, en moet pijlsnel de afstandsbediening gevonden worden en East Enders op pauze omdat zwager Harry binnenloopt.

Kate is nog een beetje zoals wij. Ze doet haar eigen make-up. Kan zonder bedienden uit de voeten. Koopt kleren in Zara en gaat prat op de beste wenkbrauwen in Londen. En nu doet ze dus kniebuigingen. Omdat zij die anders zijn dat verlangen. Niemand zou kniebuigingen mogen eisen. Al was het alleen maar omdat ze zo lelijk staan. Vooral in een strakke rok en sleehakken.

30 augustus 2012

ontbijtgranen, Diana en ik

Precies vijftien jaar geleden stond ik in een vakantiedorp in Turkije met een half aangesproken gezinspak cornflakes. De buurvouw van het naburig huisje met wie ik tot dat moment geen woord gewisseld had, zou over een uur vertrekken en had mij uitverkoren als ontvanger van haar overgebleven goederen. Naast de ontbijtgranen had ze nog een bodempje afwasmiddel, een halve fles olijfolie en oh, ze had net gehoord van iemand bij het zwembad dat volgens de Turkse TV Diana was omgekomen. Verkeersongeluk. Goh, lachten we, die Turkse TV toch. 

Aan mijn mobiele telefoon had ik niks. Er was geen verbinding met de rest van de wereld. Iets wat destijds enkel in het voordeel van de bestemming gepleit had. Een uur later (nieuws was trager toen) was ik met de NOS in onderhandeling over vijf enkeltjes Londen. Vijf, want beide zonen stonden op mijn paspoort, hun vader moest mee om thuis voor de zonen te zorgen en het nichtje kon natuurlijk niet alleen in Turkije blijven. Het laatste weekend in augustus was traditioneel het drukste vakantieweekend van het jaar. De NOS vond een toestel op een afgelegen Turks vliegveld, met vijf lege stoelen naar Londen. Eerste klas. Overstappen in Frankfurt. Pas daar, temidden van Duitse en Engelse kranten, begon door te dringen dat ze echt dood was. En dat dit het grootste nieuws was sinds de maanlanding. Of sinds de dood van John Kennedy. Of het uitsterven van de dinosaurus.

De stemming in Londen, die week voor de begrafenis, was onwerkelijk. Het voelde als een historisch bepalend moment. De eerste week van september 1997 wordt nu afgedaan als de tijd waarin de natie collectief het gezonde verstand verloor. Terugblikkend wordt er geschamperd over de massahysterie van toen. Maar ik zag niets wat ook maar leek op hysterie. Nergens werd er gegild of geschreeuwd. Buckingham Palace werd niet bestormd. Overal heerste kalmte. Mensen stonden zeven uur in de rij om condoleanceboeken te tekenen. ‘s Nachts was er een wake langs de begrafenisroute met thermosflessen, kaarsen en slaapzakken. Krantenartikelen en foto’s van de prinses waren tegen de dranghekken geplakt en aan boomtakken gehangen. De kampeerders op de brede, voorname stoepen van het Londense centrum, deden denken aan bewoners van een vredeskamp, of aan de jaarlijkse rij wachtenden voor Wimbledon. De sfeer van het waxinelichtje triomfeerde.

Het gekke was dat twaalf maanden later het tij alweer gekeerd was. Elton John die in Westminster Abbey ‘Candle in the Wind’ gezongen had, de twee minuten stilte, de 2.5 miljard kijkers die de begrafenis gevolgd hadden: toen het eenmaal voorbij was wilden mijn Britse vrienden er niet meer aan herinnerd worden. Een herdenkingswandeling door Kensington Park, precies een jaar later, werd afgeblazen wegens gebrek aan belangstelling. Het aantal Di-hards dat op haar verjaar- en sterfdag samendromde bij de poorten van Kensington Palace, zou ieder jaar verder afnemen. Het Britse koningshuis werd, dankzij betere PR campagnes en een emotioneel stabieler alternatief voor Diana in de vorm van Kate Middleton, als instituut onaantastbaar.

Ik heb, eerlijk gezegd, nooit met meer voldoening gewerkt dan in die week. Diana's dood was onverwacht, de reakties waren onvoorspelbaar. Dit was geen tevoren georganiseerd evenement. Dit was dramatiek met een hoofdletter D. De onderdanen hadden de regie en niemand wist welke kant het uitging. Een soort Arabische Lente, maar dan (dit is Engeland) met een celeb als inzet. 

Stel dat ze was blijven leven, denk ik wel eens. Ze zou nog decennia goed geweest zijn voor verhalen. Een tweede huwelijk. Een tweede echtscheiding, meer neuroses, therapieen, foute , marmeladekleurige kapsels en een scene op de bruiloft van zoon William.

Voor mensen onder de 25, 30 zegt Diana weinig of niks. Mijn zonen uitgezonderd. Die hebben jarenlang hun status kunnen opkrikken door vriendjes te vertellen dat hun vakantie in Turkije destijds wreed onderbroken werd omdat ze (ogen naar boven rollend, diepe zucht) op stel en sprong naar huis moesten 'voor de begrafenis van Diana'. 



20 augustus 2012

De misdaden van Assange

Julian Assange en WikiLeaks zijn twee verschillende zaken. Niet, echter, wat Assange betreft. In zijn 'Do cry for me Argentina'-achtige balkonrede in Londen, zijn WikiLeaks en haar oprichter een en dezelfde. Helaas, Julian.

Feit is dat de Australier de wereld met zijn klokkenluidersite een enorme dienst bewezen heeft. WikiLeaks zette de schijnwerpers op de oorlog in Irak. Ze publiceerde honderdduizenden vertrouwelijke documenten, grotendeels afkomstig uit Amerikaanse ambasades. De mishandelingen, de duizenden dode burgers in Irak: dankzij WikiLeaks kwam het allemaal op straat te liggen. Heel genant voor de VS. Nog nooit in de Amerikaanse geschiedenis waren zoveel officiele papieren gelekt.

Geen wonder dus, dat Washington WikiLeaks de nek wil omdraaien. Om te beginnen bij de Amerikaanse soldaat Bradley Manning. Manning wordt verdacht de bewuste documenten naar WikiLeaks te hebben doorgespeeld. Daarom zat hij elf maanden in eenzame opsluiting in een Amerikaanse gevangenis. En daarom is zijn behandeling door de speciale afgevaardigde van de VN die zich specialiseert in martelingen, omschreven als wreed en onmenselijk. Kortom; de angst van Assange naar de VS te worden uitgeleverd, is niet ongegrond.

Wat er bij veel niet in wil is dat mensen als Assange, die goed werk verrichten, in staat zijn tot criminele overtredingen. Dat Assange beschuldigd wordt van seksuele misdrijven tegen twee Zweedse vrouwen, is volgens sommgen een poging om hem in diskrediet te brengen. De vrouwen zouden hem, op uitnodiging van de CIA, in de val gelokt hebben. Bovendien, hoor je supporters van Assange zeggen: seks zonder condoom is geen verkrachting. Alleen in Zweden wordt zoiets aangemerkt als een misdrijf.

Onder het Europees arrestatiebevel wordt Assange beschuldigd van vier seksuele overtredingen (waarvan een voor verkrachting). Britse rechters moesten de afweging maken of die aantijgingen ook onder de Engelse wet overtredingen waren. Twee rechtbanken concludeerden dat ook in Londen Assange zou zijn aangeklaagd voor verkrachting. En ik maak me sterk dat Nederlandse rechters er anders over zouden denken.

WikiLeaks is een groot goed, maar het is geen Pussy Riot. En de Zweedse justitie is geen Russisch showproces. WikiLeaks en Assange zijn twee verschillende zaken. Als Assange beschuldigd wordt van verkrachting moet hij zich daarvoor verantwoorden.  Zo niet dan zal dat op den duur gevolgen hebben voor de reputatie en levensvatbaarheid van WikiLeaks. En dat zou echt crimineel zijn.

8 juli 2012

Brits zijn

Of ik zin had zondagavond mee te gaan naar de Gypsy Kings, vroeg een vriendin. Die Kings spelen in Kew Gardens, zei ze, kunnen we op de fiets heen, gaan we met een groep, picknickmanden mee. Net als vorig jaar, het jaar daarvoor en zo door tot het jaar waarop Noah die ark in elkaar timmerde. Eh, nee, zei ik. Thanks, but no thanks. Hoewel een van de principes waar ik bij leef is nooit uitnodigingen voor feesten en partijen over te slaan, zijn er momenten die schreeuwen om een uitzondering. Dit was zo'n moment. Niets te maken met die Gypsy Kings, wie dat ook zijn mogen, en al helemaal niet met het beoogde gezelschap, maar alles met het weer.

Ik heb deze zomer een lange avond onder een afdak gedineerd terwijl de regen in mijn nek drupte. Ik heb een tuinfeest (mede) georganiseerd waarbij de sandwiches in nattigheid niet onderdeden voor de thee, twee verjaardagsfeesten bijgewoond in thermisch ondergoed en vijf minuten in een modderveld gestaan waar je door de regenvlagen soms de contouren van een podium kon zien, alvorens te besluiten dat popconcerten echt alleen leuk zijn op droge grond en in temperaturen boven de 10 graden.

Op zulke momenten weet je dat je geen Brit bent en het nooit zult worden. Als een majesteit zestig jaar op de troon zit ter ere waarvan er duizend schepen worden losgelaten op de Theems, is dat feest. Tenzij het regent en koud is, zou je zeggen. Fout. Honderdduizenden trekken rubberen laarzen aan en gaan desondanks aan lange tafels op straat eten, van borden in de kleuren van de Britse vlag. Een miljoen onderdanen lopen naar de oever van de Theems om onder paraplu's te staren naar een staatshoofd dat vijf uur kleumt op een schuit en wiens echtgenoot de dag daarna moet worden opgenomen vanwege een blaasontsteking. Wat trouwens voor de ganse natie als een verrassing kwam. Feest, he.

Barbecues, kamperen, openlucht theater, strandvakanties. Britten: jullie hebben er het weer niet voor. Wij in Nederland en Belgie ook niet, maar wij zeggen dingen af, stellen ze uit, of  verhuizen naar een gebouw met muren en een dak erop. Wij maken ons het leven makkelijk. Maar wij hadden dan ook geen wereldrijk. Tenminste niet zo een.

19 juni 2012

Games Lanes


Ik maak me zorgen over road rage. Woedeuitbarstingen in het verkeer. Niet nu, maar tijdens de Olympische Spelen. Bij het diamanten jubileum van de Britse majesteit pasgeleden vielen de metro’s uit op mijn plaatselijke station. De rood-wit-blauw uitgedoste passagiers met hun maskers van Kate Middleton en paraplu’s in de stijl van de Britse vlag, moesten op andere perrons op andere (bovengrondse) treinen wachten. Treinen die zo vol zaten dat ze, toen ze eindelijk kwamen, niet eens stopten. De jubelstemming nam een graad of wat af, maar dat kan ook aan de temperatuur gelegen hebben. Er viel geen onvertogen woord en de rijen bleven keurig recht.

Ministers schijnen zich zorgen te maken over het verkeer tijdens de Olympische Spelen. Een zorg is de metro en of die de extra drie miljoen passagiers wel aan kan, maar groter nog zijn de zorgen over de Games Lanes. Deze speciale banen gaan 45 kilometer van Londens drukste wegen beslaan. Ze zijn bestemd voor de 10.000 atleten plus de 50.000 media, sponsors en verwante dienaren van het Olympische ideaal. Een beetje zoals destijds in Moskou tijdens het Sovjet tijdperk, toen de grote verkeersaders gereserveerd waren voor de ambtenaren in hun Zil auto’s. Gewone Russen werden geacht in files te zitten terwijl links en rechts de Zils voorbij raasden op lege wegen.

De Games Lanes zijn destijds bedongen door het Internationaal Olympisch Comité. Zonder die banen, geen Spelen. Het IOC wil herhaling voorkomen van de verkeersproblemen in Atlanta in 1996 toen sommige deelnemers hun wedstrijden misten. Begrijpelijk. Londenaren zullen atleten best voorrang willen verlenen. Maar de 25.000 sponsors? De mensen die van de McDonalds in het Olympisch Park de grootste ter wereld hebben gemaakt? Waarom kunnen zij niet met de metro zoals iedereen? En waarom zijn de IOC leden eigenlijk in dure hotels ondergebracht in de West End, 13 kilometer van het Olympisch Park?

Ministers maken zich zorgen omdat Londen geen Moskou is. Bovendien: uren in de regen wachten om het Britse staatshoofd te zien, is nog tot daaraan toe. Maar of dat geduld opgebracht gaat worden voor de marketing managers van Heineken?

11 april 2012

Nederland-Engeland. Omgekeerde wereld.

Toen ik in Londen ging wonen, was prins Charles vrijgezel en had Engeland nog een koolmijnindustrie. Van Harry Potter had zelfs JK Rowling niet gehoord. Eind jaren zestig was Londen swingend geweest. Wat het eind jaren zeventig was weet ik niet, maar de rek was eruit. Het zag eruit zoals ik me Nederland net na de Tweede Wereldoorlog voorstelde. Grauw, inefficiënt en ouderwets. Alsof het hele land op de bon was. Of, zoals de Amerikaanse comédienne Bette Midler het typeerde: 'Als het in New York twee uur ’s middags is, is het in Engeland 1956'. Filterkoffie bestond niet, terrasjes evenmin, centrale verwarming was een overbodige luxe en de vloeren van wc’s waren bekleed met bloemrijk tapijt.

Samenleving en politiek in Groot-Brittannië waren ongekend verdeeld. Je was Labour of Conservatief, republikein of monarchist, Manchester United of Manchester City. Consensus was een scheldwoord. Coalitieregeringen waren voor buitenlanders. Op straat waren er voortdurend spanningen tussen zwarte jongeren en de politie.
In Notting Hill, waar ik een jaar stage liep als jammerlijk falend welzijnswerker, waren nog niet zo lang geleden de bordjes verdwenen met 'Kamers te huur, geen Ieren, geen honden, geen zwarten'. Een van mijn eerste klussen als correspondent was het verslaan van de rassenrellen begin jaren tachtig in Brixton.

Nee, dan wij Nederlanders. Niet alleen betaalden wij onze elektriciteitsrekeningen met een giro in plaats van muntjes in een meter te gooien als de televisie langzamer ging praten, maar wij waren op alle gebied eigentijdser en opener. En zeker een stuk minder navelstaarderig dan het Britse eilandras. We hechtten aan spreidingsbeleid en integratie, zaken waar de Britten nog van konden leren, mochten ze daar behoefte aan hebben. Wat niet het geval was.
Koffie verslaat theeOver kentering gesproken. Dertig jaar later hebben Engelse badkamers betegelde vloeren en als je koffie bestelt kun je kiezen uit de omvang van de beker, het soort bonen en het vetgehalte van de melk. Sterker: de Britten drinken sinds kort meer koffie dan thee. Ze zien er ook anders uit. Minder roze, meer beige.

Nergens zijn de veranderingen dramatischer dan in Londen. De stad oogt rijker, lichter, schoner en zelfs glamourous. Londen is niet alleen internationaler, het is ’s werelds multiculturele hoofdstad. Noem het Moskou aan de Theems, noem het Londonistan. Nergens ter wereld kom je een grotere etnische diversiteit tegen.

De Britse hoofdstad heeft de functie die New York en Boston een eeuw geleden hadden. 40% van alle Londenaren is in het buitenland geboren. De middenstand is grotendeels in handen van Aziaten. Zonder Oost-Europeanen zou de horeca instorten. De helft van alle dokters die in Londen werkt, is buitenlands.

Een paar weken geleden was er op een Nederlandse zender, ik ben vergeten welke, een pretprogramma. De tribune in de studio zat vol joligheid, van boven tot onder gekleed in oranje. Er zat niet één niet-wit gezicht tussen. Wat ouderwets, dacht ik. Zoiets zie je op de Britse tv al lang niet meer.

Wat je in Engeland ook nauwelijks hebt is een discussie over hoofddoekjes. Ze worden gewoon gedragen. In Amsterdam wordt mijn studerende zoon die erg zijn best doet Nederlands te praten, regelmatig geattendeerd op zijn 'Poolse' accent. Ik kan me niet herinneren ooit iets badinerends over mijn Nederlandse accent gehoord te hebben. Misschien omdat praktisch iedereen in Londen een accent heeft. Of misschien gebeurt het achter mijn rug.

Ik geloof niet dat Britten toleranter zijn dan Nederlanders. Maar terwijl wij vasthouden aan gedateerde begrippen als negerzoenen en zwarte pieten omdat die essentieel onderdeel zouden zijn van onze nationale identiteit, zijn aan gene zijde van Het Kanaal de marmeladepotjes met gollywogs, de sterotype negerafbeeldingen, geruisloos afgevoerd. 'Zo aanstootgevend', zei het bedrijf dat de etiketten maakte. Een meldpunt voor Oost-Europeanen zie ik hier ook niet snel ingevoerd worden.

'Ik wil nooit meer in Nederland wonen', zei laatst een Engelse die er drie jaar gewoond had. Toen ze pas naar Harmelen verhuisd was en voor het eerst boodschappen ging doen, had een vrouw haar op de schouders getikt, op haar hakken gewezen en gezegd: 'nee, nee, veel te hoog'. Het is een van die grote verschillen. Engelsen bemoeien zich niet met je. En in Londen al helemaal niet. Live and let live.

De stad draait op vreedzame co-existentie van aparte gemeenschappen. Er is een vage belangstelling voor elkaars gewoonten en een zekere economische kruisbestuiving, maar er is geen hecht, onderling contact. 'In Londen', schreef de Guardian ooit, 'leeft men prettig langs elkaar heen'. En als dat, zoals de krant dacht, in multicultureel Europa misschien wel de hoogste vorm van beschaving is, dan vraag je je toch af hoe je anno 2012 Nederland moet typeren.

22 maart 2012

Toeristische route: de Londense ringweg

Wie, vroeg een Engels busbedrijf zich enkele maanden geleden af, zou er 18 euro 50 neertellen voor een rondrit op de Londense ringweg? Antwoord: meer dan genoeg. De M25, volgens peilingen de meest gehate snelweg van het land, is Engelands jongste toeristenattractie. De wens om vier uur (files niet meegerekend) op een cirkelvormige achtbaan te zitten is zo groot dat het busbedrijf Brighton & Hove extra reizen heeft ingelast. Ik kan nog net met de eerste rit mee.

Informatief is het zeker. Dankzij reisgids Nigel Pullen horen we hoe lang de rondweg is (156 kilometer), hoeveel wegrestaurants er zijn (niet genoeg) en dat Reigate Hill met zijn duizelingwekkende hoogte van 220 meter het hoogste punt is. 'Zuurstofmaskers zitten in de ruimte boven uw hoofd', grapt Nigel. De stemming zit er goed in. Niemand lijkt meer verbaasd dan de passagiers zelf zich voor deze rit te hebben opgegeven. De bus galmt van een: 'kijk ons Engelsen nou weer eens absurd zijn'.

'En links', zegt Nigel, 'het afvalverwerkend bedrijf van Colnbrook'. 'Fascinerend', zegt de 45-jarige Julie Hayes in de stoel voor mij sarcastisch. Haar vriend, militair James Smith, had haar maanden geleden een dagje uit beloofd. 'Hij wilde niks kwijt, want het moest een verrassing zijn', zegt Julie. 'Ik wist alleen dat het niets te maken had met paarden, dolfijnen of molens. En dat een helm niet nodig was en een paspoort ook niet'. En hoe vindt ze het? 'Ik ben sprakeloos'. 'En dat voor het eerst sinds ik haar ken', zegt James tevreden.

'Rechts wordt gebouwd aan Europa's meest milieuvriendelijke wegrestaurant', zegt Nigel. 'Het gaat in juni open'. 'Geweldig', zegt een man achter me. 'Dat wordt ons volgende uitje'. Twee uur later en tenminste een passagier begint voorzichtig aan zijn sudoku.
Wisten we, wil Nigel weten, dat we voorbij de langste betonnen vangrail van het land rijden?' Maar niets verbaast ons meer. Zelfs niet dat een Brit er zijn levenswerk van gemaakt heeft om alle betonnen vangralsen in het hele land te meten en te registreren. 'U kunt het nazoeken op zijn website'. Natuurlijk, denk je, is er een website van betonnen vangrailsen in Groot Brittannie. En het gegeven dat de vangrailsfanaat vroeger een busspotter was hadden we zelf kunnen bedenken.

Bij het wegrestaurant van South Mimms ('Robbie Williams heeft hier gezongen'), is het tijd voor lunch. Het idee de M25 te exploiteren als toeristische route is van Simon Ashcroft. Als dagtriporganisator voor het busbedrijf was hem opgevallen dat veel mensen niets liever doen dan zich laten vervoeren 'van A naar A'. 'En de M25 is de essentie van doelloos rondrijden'.

'Blij dat u teruggekomen bent', stelt Nigel vast als we weer instappen. Er zijn plannen om bij de volgende rit een quiz in te lassen. Met een fles champagne voor de winnaar. 'Zou u dit nog een keer doen?', vraag ik aan een passagier. 'Zeker', zegt hij, 'maar dan tegen de klok in'.

1 maart 2012

Als prins Friso Prince Freddy geheten had

Zou prins Friso in Engeland geboren zijn, dan is de kans groot dat foto's van hem, gelegen in een ziekenhuisbed in Innsbruck, weken geleden al in een of andere Britse tabloid gepubliceerd zouden zijn. Ongetwijfeld onder de lawaaiierige kop World Exclusive. Een fotograaf van de krant zou die prestatie geleverd hebben met behulp van een cheque, een vals identiteitsbewijs en geleende verpleegkundige-uitrusting. Vergelijkbaar met verslaggever Mazher 'the fake sheikh' Mahmood, die jarenlang met verborgen microfoons en camera's gebouwen binnendrong waar hij niet in mocht, ter meerdere erie en glorie van de inmiddels overleden News of the World. En van Het Nationaal Belang, natuurlijk. Hij zou er daarna in zijn memoires over schrijven in een stijl die sterk deed denken aan die van Ian Fleming.

Pogingen van de majesteit om af en toe met haar schoondochter een geheime ziekenhuisuitgang te nemen zouden niet gewerkt hebben. Iedere keer weer zou blijken dat agenten paparazzi getipt hadden over aankomst- en vertrektijd van de bezoekende royals. Een beetje zoals agenten van de Met, het Londens politiekorps, journalisten inseinden over wanneer welke Bekende Britten waar te vinden waren. En die dat overigens niet voor niets deden. Er heerste bij de Sun, hoorde de rechter die in Londen het onderzoek leidt naar politiecoruptie deze week, 'een cultuur van illegale betalingen' in ruil voor informatie. Trouwens, ambtenaren in 'alle' overheidsfunkties, leger, gezondheidszorg, regering zouden op de loonlijst van de Sun staan. En daar zou geen smeekbede om privacy tegenop gewassen zijn.

Communicatie tussen de familieleden van Prince Freddy zou lastig geweest zijn. Britse schandaalkranten betaalden tonnen aan particuliere detectives voor het hacken in voice mails van tenminste 6000 burgers. Ook koninklijke. Vraag maar aan de prinsen William en Harry.

Maar het meest opzienbarend zou misschien wel het interview geweest zijn met de moeder van de echtgenote van Prince Freddy. Zij zou, na veel telefoontjes, pleidooien en pesterijen door de knieen gegaan zijn en tegen een verslaggever gepraat hebben over de gemoedstoestand van haar dochter. Waarbij de krant haar wist te ontfutselen dat ze zelf tobde met depressies en jaren geleden geprobeerd had zelfmoord te plegen. En zo zou iets wat alleen in hele kleine kring bekend was, op straat komen liggen. Precies wat de moeder van zangeres Charlotte Church overkwam.

Ander land, andere tijden en gelukkig voor de Oranjes, andere pers.

10 februari 2012

Hoe kitsch de Olympische Spelen nekt

Het aftellen is begonnen en Londen is in twee kampen te verdelen. Degenen die niet kunnen wachten tot de Spelen beginnen. En degenen die niet kunnen wachten tot ze zijn afgelopen. Tussenin zit nog een minikampje van besluitelozen, maar hun aantal neemt met de dag af. Of je bent voor de Spelen of je bent er tegen. It's make your mind up time.

Persoonlijk ben ik wat de Spelen aangaat (en trouwens ook daarbuiten) de redelijkheid zelve. Ik doe niet mee aan het gezeur-van-bij-de-bushalte over hoe vast het verkeer zal komen te zitten, hoe duur het allemaal wel niet zijn zal en hoe weinig we ervoor terugkrijgen. Ik heb vrienden die vanwege de Spelen naar de andere kant van de wereld uitwijken. Ze bekostigen hun verblijf in Australie uit de woekerrente die ze Olympische toeristen voor hun huis in Noord-Londen laten betalen. Ik ken ook een Londenaar die overweegt contractbreuk te plegen en er Zuid-Afrika voor wil verlaten. Maar hij is supporter van Queens Park Rangers, dus dan kun je zoiets verwachten.

Vanaf het moment dat Londen de Spelen toegewezen kreeg had ik besloten dat ze een Great Good waren. En daar blijf ik bij. Maar gottegot wat maken ze het je moeilijk. Ik heb het over de ontwerpen. Zoveel van wat de Spelen symboliseert is synthetisch, goedkoop, kitscherig en zo foeilelijk dat het moeilijk is niet van je geloof te vallen. De vreselijke uniformen om te beginnen, paars-achtig met beige. Wie verzint zoiets? Dan de Olympische mascotte, een kinderachtig, een-ogig, zilverkleurig monster. Ik weet bijna zeker dat mijn plaatselijke One Pound Shop het te goedkoop vindt om in de etalage te zetten. In het Olympisch Park zelf staat een kunstwerk van Anish Kapoor, de Arcelor Mital Orbit. Te pretentieus voor woorden. Burgemeester Boris Johnson noemde het laatst 'dat huppeldepuppel, pretzelachtige ding'. Wat de lading een stuk beter dekte. En wat dachten we van het officieel Olympisch logo? Volgens sommigen ikonisch en progressief, doet het anderen denken aan porno (hard core). De Iraniers vinden het trouwens om redenen die ik vergeten ben, racistisch. Het was even slikken toen het onthuld werd en ik had mezelf beloofd eraan te wennen, maar als dit het allerbeste is wat de meest getalenteerde, kosten noch moeite gespaarde Britse ontwerpers in huis hebben, vrees ik voor de openingsceremonie. Nog 168 dagen, 7 uur, 53 minuten en 16 seconden te gaan.