2 juli 2016

Boos, bedroefd en verdeeld. De Brexistentiële crisis


Ruim een week na het referendum en de Britten kunnen maar niet wakker worden uit de boze droom die Brexit heet. ’Ik schaam me gewoon voor mijn ouders’, zegt het meisje achter de receptie van een West-Londense salon. ‘Ze hebben allebei voor uittreden gestemd. Ik heb ze nog zo gevraagd het niet te doen, en nu hebben ze mijn toekomst opgeblazen. We hebben er vreselijke ruzies over’. Ik was voor lichte afleiding de kapperszaak binnengelopen, maar er is niet aan te ontkomen. Brexit is overal. Het heeft families verdeeld en vriendschappen beeindigd. Inblijvers schrappen uitnodigingen voor verjaardagsfeesten, ‘omdat ik zonder geweer geen Brexiteer wil zien’, zegt een vriend. De ene helft van het land heeft de andere ‘unfriend’. In nagelbars en kebabtenten, niet echt hotbeds van politiek debat, en in bussen en de metro vang je gesprekjes op over Brexit. Ik kan me niet herinneren dat er zoveel over politiek gepraat werd in Londen. En met zoveel emotie. Britse vrienden omhelzen me met de somberte van een begrafenis. Ze zeggen zich ontworteld te voelen. Ze schamen zich Brits te zijn. Ze hebben gehuild, slapeloze nachten gehad en zich misselijk gevoeld bij de gedachte aan Europees isolement. Er is jaloezie op diegenen die op zolder geboorteakten hebben liggen, ooit achteloos in een schoenendoos gegooid, van Oostenrijkse en Spaanse grootouders. Met een dubbele nationaliteit heb je nog een toekomst in Europa. De Ierse ambassade heeft Britten opgeroepen geen paspoortaanvragen meer in te dienen. Het consulaat, dat gemiddeld twee honderd verzoeken dagelijks behandelt voor Ierse paspoorten, heeft er nu op een dag 4000 te verwerken gehad. Sinds ik mijn Britse schoonmoeder tranen in haar afwaswater zag huilen over de stakende mijnwerkers in de jaren tachtig, was er niet zo’n gevoel van doem. ‘Engeland heeft een nieuwe geschiedenis’, zegt een vriendin. ‘Er is een tijdperk voor Brexit en een erna’. De overwinning van de Uittreders heeft de omgangsvormen op straat, doorgaans civiel maar onverschillig, veranderd. Nationalisten triomferen met aanslagen en beledigingen op moslims en Europeanen die een maand geleden ondenkbaar waren. 

De regenachtige dagen na de referendumuitslag laten zich lastig rijmen met de laatste keer dat Groot Brittannië zich onderwierp aan zelfonderzoek. Bij de Olympische Spelen van 2012 presenteerde het land zich als zelfverzekerd, open, internationaal en verdraagzaam. Was het een illusie?, is de vraag in emails en op twitter. Hoe kan het dat niemand de culturele oorlog over inkomen, klasse en nationalisme zag aankomen? En is die terug te draaien? ‘Engeland is’, zei Mark Rutte, ‘politiek, monetair, constitutioneel en economisch in elkaar gestort’.  ‘Praten uw klanten nog ergens anders over?’, vraag ik een taxichauffeur. ‘Brexit is het enige onderwerp’, zegt hij. ‘Ik wilde bijna dat we het weer gewoon over Uber konden hebben’. Vroeg of laat zal de stemming omslaan. De Britten zullen zich weer bekommeren over de kwaliteit van het gazon en plotontwikkelingen bij Game of Thrones. Op den duur zullen de gevolgen van deze volksopstand leiden tot een nieuwe sociale en economische orde, maar voorlopig zitten de Britten vast in een landelijke catastrofe die ze enkel aan zichzelf te wijten hebben.