18 december 2011

De plank mis





Ze was, schat ik, achterin de zestig, geboren en getogen in het Zuid-Engelse graafschap Sussex. Ik was uitgenodigd om als panellid voor een lokaal TVprogramma Europa uit te leggen. Zij zat op de publieke tribune. We schrijven een jaar of vijftien geleden. De discussie dreef al snel af richting de Nationale Obsessie: de tweede wereldoorlog. Op de ongemakkelijke bank was ik de vertegenwoordiger van alles wat goed en vooral kwaad geweest was aan de andere kant van Het Kanaal tussen '39 - en '45.


Het was het gebruikelijke argument. Wij, Europeanen, hadden Hitler zijn gang laten gaan en de Britten waren de enigen geweest die de man hadden tegen gehouden. De grens tussen mythe en 's lands Finest Hour is een smalle. Want, excuse me, wij hadden evengoed geprobeerd de nazi's te weren, maar het moeten opgeven. Waarom? vroeg zij uit het publiek. Omdat Hitler Rotterdam had platgebombardeerd en dreigde hetzelfde te doen met Amsterdam. 'So?', zei ze vanaf de derde of vierde rij. 'So?' Alsof Engelse steden niet gebombardeerd waren, maar zij, de Engelsen hadden dat nog geen reden gevonden zich over te geven. Dat er een stuk zee zat tussen de Britse eilanden en de Wehrmacht 'was neither here nor there'. Het was het principe geweest dat telde. Van onder geen voorwaarde de landelijke vrijheid, de soevereiniteit opgeven. Het zou de Britten altijd onderscheiden van 'Europa'.


Ach, dacht ik, gaat wel over. Die euro-sceptische manier van denken is inherent aan de oudere generatie en zal met haar uitsterven. Wat de EU betreft wees alles erop dat het VK een land was dat bezig was door de bocht te gaan. De Kanaaltunnel was gebouwd. Honderdduizenden Britten hadden kennis genomen van Het Vasteland door er huizen te kopen. Maar liefs 400.000 Britten hebben een onderkomen in Frankrijk alleen. Londens werd 's werelds meest cosmopolitische stad met een geschatte miljoen Europese inwoners. (Bij de laatste Franse presidentsverkiezingen kwam Sarkozy campagne voeren in Londen, omdat het, dankzij het aantal Franse kiezers, 'de vijfde grootste Franse stad' was). Maar het heeft niet mogen baten.


Nog steeds gaat er geen dag voorbij of ergens in een Britse krant of op een Britse zender wordt de 'bulldog spirit' van toen bezongen. En nog steeds wordt de Britse zege van '45 gebruikt zich af te zetten tegen en te distancieren van Europa. Sjoemelende politici, ondemocratische Europese instituten, Brusselse bureaucratie doen de rest. Nee, als er iets veranderd is, is het de verharding van de anti-Europese stemming. Dat je er zo naast kunt zetten.

18 november 2011

Logee from hell






Wie laat er nog tranen voor Julian Assange? Ik vraag het maar, want als hij over twee weken te horen krijgt dat de Britten hem alsnog naar Zweden sturen om terecht te staan voor aanranding en verkrachting, dan ben ik bang dat niemand zich voor het toestel van British Airways zal gooien teneinde zijn vertrek te blokkeren. Er zullen so wie so weinig mensen zijn die hem uitgeleide doen. Behalve degenen die Assange naar Heathrow reden om er zeker van te zijn dat hij weg is. En dat zou best de meerderheid kunnen zijn. Want de Britten zijn de patroonheilige van de vrije meningsuiting goed zat.



Mr. Wikileaks blijkt een lastiger mens te zijn dan het een jaar geleden liet aanzien. Hij houdt zich niet aan afspraken, maakt met iedereen ruzie en is, volgens een oud medewerker, 'de oneerlijkste man die ik ken'.



Hoe moet het, vraag ik me soms af, voor kapitein Vaughan Smith zijn, de eigenaar van het landgoed in Zuid-Oost Engeland die Assange destijds onderdak aanbood? Anekdotes uit Ellingham Hall suggereren dat de peetvader aller lekken de logee from hell is. Assange doucht zich zelden, kan niet met de stofzuiger overweg en droogt nooit af. Hij zit dag en nacht achter zijn laptop zonder een woord te zeggen. Hij eet alleen als het hem uitkomt en nodigt vrienden uit zonder zijn gastheer te verwittigen. Erger: zijn enkelband heeft niet kunnen voorkomen dat hij overal zijn sokken laat slingeren.



Nou hoef je elkaar op een landgoed met tien slaapkamers niet voortdurend voor de voeten te lopen, maar toch. Ik vermoed dat Assange, met zijn gedrag van een ongetemde tiener, het huiselijk ritme van Ellingham Hall danig ontwricht heeft. 'We hebben een manier gevonden om het te laten werken', zei Vaughan Smith een poos geleden tegen de Times over leven met Assange. Anders gezegd: we worden stapelgek van de pizzakorsten in de perzen en bierblikjes onder de bank en zijn niet onverdeeld verdrietig als hij vertrekt.

24 september 2011

Downton Abbey


Een gotisch landhuis, een achtertuin zo groot als Overijsel en een vers gestreken Times voor het ontbijt. Dat kan maar een ding betekenen. Zondagavonden zullen nooit meer dezelfde zijn.

Het is de tweede serie en de eerste wereldoorlog. En al meteen in de eerste aflevering beseft jan en alleman hoe ingrijpend die oorlog zal zijn. Eenmaal voorbij zal alles anders zijn. Downstairs zal upstairs kruipen en upstairs zal worden bijgezet in Harrods. Er is zelfs een kans dat vrouwen stemrecht krijgen en landgoederen kunnen gaan erven. Maar nu zitten we nog middenin The Great War. En middenin de essentie van aspergevorken en van stand. Stand is van belang 'om de Duitsers te laten zien dat ze ons niet kunnen verslaan', had Mr Carson, de slijmballerige butler, al eens gezegd terwijl hij het zilveren bestek controleerde. Mr Carson weet ook dat een kamermeisje nooit, nooit, nooit een hertog mag bedienen. De nieuwe hulp, Ethel, die ambitieus en licht rebellerig is, weet dat niet. Ik ga niks verklappen, maar u voelt hem wel aankomen.

In de loopgraven is het een en al modder en explosie. Het doet denken aan Glastonbury. Matthew doet er zijn plicht, tussen de vallende granaatscherven door thee uit een proseleinen kop en schotel drinkend (Royal Albert? Doulton?). Maar Thomas, de lakei die dezelfde loopgraven deelt (maar niet hetzelfde porseleinen serviesgoed) gedraagt zich als Een Lafaard.

Nogmaals, ik ga niks verraden, behalve dat de dialoog van deze deftige soapserie absurd is, het verhaal voorspelbaar, het landgoed fenomenaal en de kleren, oh de kleren. (Valt in katzwijm. Waar is mijn vlugzout?) Maggie Smith is en blijft formidabel als de ijzige, bemoeizuchtige dowager duchess (wat dat ook zijn moge). 'Weekend?', zegt ze ergens halverwege, 'wat is een weekend?' Geen idee, maar het zou best eens kunnen aanslaan. Vooral de zondagavonden dus, met Downton Abbey op de buis.


































En zondagavonden zullen nooit meer dezelfde zijn.

19 augustus 2011

no country for young men

Het heeft op Zoon Nummer Twee, nog geen week woonachtig in Amsterdam, de meeste indruk gemaakt. Een oude man (een leeftijdscategorie voor iedereen boven de 35) betrok hem bij een gesprek in de metro. Over wateroverlast en noodweer, geloof ik. Hoe dan ook: het zou in Londen nooit, nooit, nooit gebeurd zijn, zegt de zoon. Middelbare Britten praten niet tegen jongeren die ze niet kennen. En zeker niet als ze van het mannelijk geslacht zijn. Lang voor de rellen waren tieners in Groot Brittannie al verdacht. Hoodies (jongens met capuchons) zijn de nieuwe lepralijders. Ze worden geweerd uit winkelketens en cafe's. En dus ga je ze ook ontwijken. Uit angst voor - ja voor wat eigenlijk, testosteroon gedreven explosies waarschijnlijk - mijdt je oogcontact met iedereen van puberale leeeftijd en daarboven. Je steekt de straat over als luidruchtige tieners de bushalte blokkeren. (Totdat je, vol ergernis omkijkend, in zo'n kudde je zoon en diens vrienden herkent).

15% van alle 16 - 24 jarigen (925.000) in Groot Brittannie hebben geen baan, zitten niet op school en volgen geen opleiding. 900 jongeren (kinderen onder de 17) worden iedere dag van school gestuurd. De Britten kunnen daar mee leven. Het zou in Nederland niet getolereerd worden, is de overtuiging van Zoon Nummer Twee.

Kortgeleden belde een Nederlandse vriendin. Ze woont toch al gauw de helft van haar leven hier. Ze is gehecht aan Groot Brittannie en de Britten, maar heeft toch besloten terug te gaan naar Nederland. Engeland is geen land om oud in te worden, zegt ze. Het is ook geen land jong in te zijn.

19 juli 2011

the British journalist

Er is geen Britse politicus die ik vaker geinterviewd heb dan Tony Benn. Niet dat de (oud) Labourpoliticus zo goed was. Hij was te lang van stof voor een soundbite en te dogmatisch voor een verrassende kijk op de zaken. Maar hij was gratis. Benn, bless him, vroeg nooit om geld. Het was een van de dingen waarin hij zich onderscheidde van de meeste van zijn collega's in het lagerhuis.

Het was lange tijd gewoon voor een Britse politicus om (vooral buitenlandse) journalisten te vragen om geld voor een interview. Zelfs een Denis Healey kon altijd tijd vinden om tussen de staatsbedrijven door (hij was minister van financien) aan de telefoon te komen om de financiele voorwaarden voor een gesprek met Dutch radio te dicteren. Die telefonische onderhandelingen duurden trouwens langer dan de tijd die was voorgesteld voor het interview.

Als chequebook journalistiek geen Britse uitvinding is, is hij in ieder geval hier tot kunstvorm verheven. 'Als jullie in Nederland mensen niet betalen voor informatie, hoe kom je dan aan je verhalen?', vroeg vorige week een Britse vriendin die haar hele journalistieke leven in de schandaalpers heeft doorgebracht. Toen ze nog voor de Daily Mail werkte had ze een aparte begroting voor 'onderzoeksjournalistiek'. En in de bureaula een lijst namen van beroepsspeurders bij wie ze terecht kon voor geheime telefoonnummers van the great and not so good. Het was een van de primaire arbeidsvoorwaarden.

Dat in de Britse journalistieke onderwereld verslaggevers zich inzetten voor alles wat God verbood, is overigens niks nieuws. De dichter Humbert Wolfe wist dat een eeuw geleden al.

You cannot hope to bribe or twist,
thank God! the British journalist
But, seeing what the man will do
unbribed, there's no occasion to

27 juni 2011

Thatchers handtas

Het kabinet werd ermee in bedwang gehouden en buitenlandse regeringsleiders op afstand. Margaret Thatchers handtas is 'een even krachtig politiek symbool als de sigaar van Winston Churchill'. Zegt de woordvoerder van het veilinghuis Christie. natuurlijk zegt hij dat. Het zwarte exemplaar, merk Asprey, gaat vanavond onder de hamer. Het moet £ 100.000 opbrengen voor goede doelen. Lijkt veel, maar niet als je bedenkt dat een nieuwe Asprey gauw £ 13.000 kost.

In de jaren tachtig was Thatchers handtas het symbool van een machtige vrouw in een mannenwereld. In de glazen vitrine van het veilinghuis oogt de tas niet bijster indrukwekkend. Hij is zelfs, vergeleken met de huidige tassentrend, van nogal kinderachtige afmetingen. De Britse oud premier bezat trouwens minstens zes handtassen; allemaal donkerblauw of zwart en van hetzelfde no nonsense model.

Van een medewerker met wittte handschoenen mag ik het relikwie vasthouden en openmaken. Hij weegt nog niet de helft van mijn handtas. De voering is duidelijk nooit in aanraking geweest met kauwgom of een lekkende pen. En waar liet ze haar Elnet hairspray? Er was niks frivools aan Thatcher en dus ook niet aan haar handtassen. Ze waren gedeeltelijk draagbare archiefkast, gedeeltelijk teken van gezag. Een kabinetsvergadering ging van start als het ding op tafel stond. 'Waarom beginnen we niet?' vroeg eens een minister toen Thatcher even de kamer uitgelopen was. 'De tas staat er'.

Maar hij is niet helemaal leeg. Onderin houden twee sluitspelden zich verscholen. Ze zijn het onomstotelijke en misschien wel enige bewijs dat Thatcher, door bewonderaars vaak 'de enige man in de regering' genoemd, door en door vrouw was.

Buiten vraag ik een voorbijganger of hij £ 100.000 over heeft voor een tweedehandstas die vaag naar Thatcher ruikt. 'Is het de tas waarmee ze iemand in elkaar sloeg?', vraag hij. Je zou willen dat het waar was, maar het is een mythe dat de eerste vrouwelijke premier van Groot Brittannie ooit een medemens met een accesoire mishandelde. Ze zal er wel altijd van verdacht worden. Net zoals van de term handbagging, inmiddels opgenomen in de Oxford English Dictionary. Het staat voor koeieneren, bebazen en andere uitingen van assertief gedrag.

22 juni 2011

Einde van de moderne monarchie





Ah, het moderne gezicht van de Britse monarchie. Zij, prinses Kate, in een jurkje van Zara, kosten 60 euro (links). Hij, echtgenoot Wills, te druk met pilotenbaan om zijn 29ste verjaardag te vieren. En samen gelukkig op een boerderij in Wales waar ze zelf de pizza uit de oven halen en zich redden zonder een enkel stuks bediende. Het huwelijk en een paar extra titels zouden aan hun levensstijl a la Engelse middenklasse, niks veranderen. Totdat Buckingham Palace liet weten naar een huishoudster, butler en lakei te zoeken voor het nieuwe, Londense onderkomen van de twee.


Tot dat moment had het gewerkt. De koninklijke pr-machine had ons ervan overtuigd dat Kate en William van een ander slag royals waren. Minder hierarchisch, eigentijds en goedkoop in gebruik. In ieder geval lichtjaren verwijderd van Charles met zijn 150 personeelsleden, waaronder een lakei die de tandpasta voor hem uitknijpt. Of van Edward wiens butler achter de baas aan de wereld afreist met een strijkplank van 1 m 80 onder de arm. Nee, dan Kate. De hertogin van Cambridge had pas nog een winkelwagentje met w.c.papier door een supermarkt geduwd. Maar hoe lang nog?


Volgende week gaan ze naar Canada en de Verenigde Staten voor hun eerste, buitenlandse toernee. Behalve Kate's koffer met 45.000 euro aan kleren, gaat er zeven man personeel mee. OK, het is niks vergeleken met de karavaan waarmee Bono Californie binnen komt rijden. Of Charles en Camilla die op een vergelijkbare reis met niet minder dan zestien mensen toekonden, waaronder een kunstschilder die bij iedere stop zijn ezel uitklapte. Maar toch.


Dat Kate haar kapper meeneemt is te begrijpen. Haarstylisten zijn de nieuwe machthebbers, de celebs, de beste vrienden van de groten der aarde. Zij zijn een eerste noodzaak. Want wat heeft Kate aan een jurk van 3000 euro als haar rijke-meisjes-haar fout zit? Maar twee woordvoerders? En straks in Londen drie personeelsleden? Mensen die trouwens, als de geschiedenis ons iets geleerd heeft, van hele goede huizen moeten komen om de drang te weerstaan iedere avond hun herinneringen aan de laptop toe te vertrouwen in de hoop er later een bestseller uit te slepen?


Nee, Kate en William de Moderne Periode eindigde in juni 2011.


10 juni 2011

He's back and he's bad

En of ik hem gemist heb, dacht ik toen ik hem gisterochtend weer hoorde op de BBC. En later zag bij BBC Breakfast, Sky News, en de News Channel. Het solide zelfvertrouwen, de bijbelse oprechtheid, het gemak waarmee hij vragen beantwoordde, of liever omzeilde. De logica van zijn uitspraken, goed verwoord en met een illusie van diepgang die tegeltjeswijsheden nou weer net niet hebben.

Ach ja, Arabische Lente. Breek Blair de bek niet open. Niemand die de regio beter kent. Evolutie altijd beter dan revolutie natuurlijk. En leve de nieuwe burgervrijheden in Egypte. Hij klonk alsof hij het meende. Totdat je je herinnerde hoe hij Moebarak, toen het bloed al vloeide in Tharir Square, nog verdedigd had als 'enorm moedig en een power for good'.

Blair zelf staat, als afgezant van Het Kwartet in het Midden-Oosten, natuurlijk vooraan als het gaat om hervormingen in de regio. Daarom verdiende hij ook honderdduizenden met het adviseren van de koninklijke familie van Koeweit. En nog meer met het houden van spreekbeurten in de Golfstaten. Blair was ook de man die kolonel Khadaffi niet alleen verdedigde maar destijds uit zijn internationaal isolement trok, de vrije wereld in. Geen wonder dat een van de zonen van de Libische leider Blair zag 'als een persoonlijke vriend'.

Lang bleef hij trouwens niet in Londen. Geld was de reden dat hij er so wie so was. Om de pocketuitgave van zijn memoires te promoten. De Britse politiek is hij ontgroeid. Blair is een wereldleider. Of, als het moet, een Europese. 'Europa heeft een leider nodig', kopte The Times gister, boven een foto van de vroegere Labourpremier. Een rechtstreeks gekozen leider maar liefst. En drie keer raden wie de gebronsde jetsetter voor die funktie in gedachten heeft.

28 april 2011

protocol

Kunnen we het nog even over de gastenlijst hebben? Daar moest in gehakt worden, want met een recessie kun je niet meer dan 1900 mensen uitnodigen en dat aantal is, voor een troonopvolger van een troonopvolger, al behoorlijk krap.

Maar kon niemand een plaats vinden voor oud premiers Blair en Brown? Ik bedoel: Tony Blair overslaan. Die man redde praktisch eigenhandig de Windsordynastie toen na de dood van Diana de Britse majesteit weigerde Schotland te verlaten omdat ze daar nou eenmaal altijd is in september. Het had niet veel gescheeld of de onderdanen hadden de paleispoorten in Londen bestormd. Dat Buckingham Palace overeind bleef was omdat de toenmalige premier Blair Her Maj overhaalde zich in Londen te laten zien. Zaak gesust. En nu zijn hij en opvolger Gordon Brown overgeslagen bij de trouwerij aller trouwerijen. Andere Britse premiers zullen er wel zijn, want zij zijn Ridders in de Orde van de Kouseband. Brown en Blair niet. Het is typerend voor hoe Buckingham Palace werkt. Als het protoclair niet kan, gebeurt het niet. Ongeacht de gevolgen. Want hoe staat dit buiten de paleispoorten? Hebben de royals niks van hun PRmedewerkers opgestoken? Ik heb het mijn buren al horen zeggen: Blair en Brown zijn geweigerd omdat het Labourpremiers waren.

En voordat je rancuneus kunt zeggen: waarom moet Sarah Ferguson, de ex van prins Andrew buiten de paleispoorten blijven? Haar dochters zijn zoveelste in de lijn van de troonopvolging. En ze heeft een goeie verhouding met haar ex met wie ze nog steeds een landgoed deelt. Nou is Fergie waarschijnlijk wel de minst schandaalbestendige persoon die Elizabeth ooit schoonmoeder mocht noemen. De miljoenen schulden, de reclamespotjes voor de Amerikaanse t.v., de huilbui bij Oprah. Genant. Dom. Maar ze heeft tenminste nooit geprobeerd een miljoen dollar in haar ondergoed het land uit te smokkelen. Een oligarch uit Kazakhstan werd daar ooit op een Russisch vliegveld wel van beschuldigd. Hij is uitgenodigd. Plus de koning van Saoedie-Arabie. En het staatshoofd van Tonga met zijn 13 vrouwen, zijn luxe leven en zijn straatarme bevolking. De kroonprins van Bahrein heeft zijn uitnodiging vorige week teruggegeven. En die van de ambassadeur van Syrie is, in een staaltje van Britse machopolitiek, vandaag van hem afgenomen. Dus, zou ik zeggen, plaats genoeg op die bankjes van Westminster Abbey.

22 maart 2011

In het (gekraakte) huis van Saif Khadafi

Je zou er bijna aan voorbij lopen. In dit deel van welgesteld Noord Londen is een riante, bakstenen optrek met acht slaapkamers niks opmerkelijks. Maar wat dit huis wel heeft en de anderen niet, is een spandoek op het dak met het portret van de Libische leider en 'Out Of Libya, Out Of London'.

Een groep die zichzelf Topple the Tyrants noemt , kraakte het huis 'uit solidariteit met de Arabische revolutie'. Het wordt nu bewoond door Libiers. Een paar krakers, ervaringsdeskundigen, hangen rond als adviseur. 'Wij kennen de kraakwet, zij niet'. Eerder had een revolutionaire subcommissie er een kwartiertje over gedaan voordat ze besloten had Dutch Radio de volgende avond een rondleiding te geven. 'Is de politie al geweest?' 'Kunnen we niet zeggen'. 'Met hoeveel zijn jullie hier'. 'We geven geen aantallen'. 'Waarom moest ik door het raam naar binnen?' 'Veiligheidsmaatregelen'.

We drinken thee uit het beste porselein van Saif al-Islam Khadafi. De voorkamer heeft twee roze bankstellen. Het is het enige kleurrijke aan dit grote, onpersoonlijke huis. Verder is het, zegt een Libier, 'zoals je van een huis verwacht waar £ 10 miljoen bloedgeld in zit'. De inrichting bevestigt dat goede smaak niet noodzakelijk in het verlengde ligt van een gigantisch, persoonlijk vermogen. De benedenverdieping is een veelvoud van glazen tafels, zilveren lampen en witte bankstellen en muren. Alles glanst en blinkt als een controleruimte uit Star Wars. De kasten, op die in de keuken na, zijn leeg. Saif liet zijn persoonlijke bezittingen enkele maanden geleden weghalen toen hij het huis te koop zette voor 12 en een half miljoen euro. Waarna iemand de krakers tipte dat het leeg stond.

'Eerst waren we door het dolle heen dat we het gekraakt haden', zegt Oz. 'Toen kwamen de Libiers en zij waren even enthousiast. Maar sinds ze berichten van thuis begonnen te ontvangen en de beelden op t.v. zien, is de stemming omgeslagen. Het is vreselijk wat ze doormaken'.

De bovenverdiepingen zijn verboden terrein, zegt Oz die de rondleiding doet. De slaapkamers liggen vol rustende aktivisten 'die net uit Libie zijn aangekomen'. Het souterrain kan hij wel laten zien. Oz meent, maar is niet deskundig op het gebied van binnenhuisarchitectuur, dat vloeren en trappen van marmer zijn. Het ergste is dat ze wit zijn 'en iedere dag gedweild moeten worden'. Of bijna iedere dag, zo te zien. Wat in de makelaarsbrochure het 'entertainment centre' heet, blijkt te bestaan uit een jacuzzi, overdekt zwembad, half verbouwde sportzaal en een bioscoop. De laatste is van onder tot boven behangen met donkerbruin suede. Op de grond zachte, hoogpolige vloerbedekking in dezelfde kleur. In een aanpalende ruimte is een kraker doende de was uit de machine te halen.

Een stuk of vier mannen zijn in de enorme, moderne keuken in de weer met pannen en schotels voor de avondmaaltijd. Op roepafstand, in de andere hoek, kijken landgenoten op de onvermijdelijke, witte leren bank naar het nieuws. De luxe inriching noch de faciliteiten zijn aan de bewoners besteed. Wat wel gewaardeerd wordt zijn de grote, plattebuisschermen die in praktisch iedere ruimte hangen. De Libiers hebben ze allemaal afgestemd op Al Jazeera.

20 februari 2011

Anna Nicole de opera

Ik heb niks met opera. Behalve dat het appeleert aan mijn innerlijke filistijn. Die overdreven gebaren, de lange uithalen en vooral het tig keer herhalen van alles. Terwijl we het, ondanks de taal, de eerste keer al door hadden. O ja, de taal. Antiek, statisch en zelden sporend met wat er op toneel gebeurt. Als je dood ligt te gaan dan ga je daar niet in een aria over uitweiden. Dat suggereert n.l. dat het allemaal wel meevalt. Zoals mijn schoonmoeder zou zeggen: als je zingt dan ben je beter. En zoals mijn innerlijke filistijn zegt, als het niet meer geloofwaardig is, mag je afhaken.

Maar een opera over Anna Nicole Smith, dat blonde, Amerikaanse Playboymodel dat een hoogbejaarde miljardair huwde en een paar jaar geleden in een weelderige hotelkamer in Florida stierf aan een drugsoverdosis? Die wil ik zien. Als het gratis is, tenminste. En dat is ie, dankzij mijn perskaart. En als hoofdrolspeelster Eva-Maria Westbroek hem kan aanbevelen. En dat doet ze.

Smith, stoeipoes extraordinaire, paaldanste zich een weg uit haar stoffige geboorteplaats, met behulp van borstimplantaten. Haar ambitie was een tweede Marilyn Monroe te zijn. Niet gehinderd door enig talent was ze de ideale celeb. Smith vulde haar leven met eten en shoppen. Toen haar 89-jarige echtgenoot een jaar na hun huwelijk zijn plicht deed en overleed, woonde ze de begrafenis bij in een witte, rugloze jurk met een keffend hondje onder een arm. Ze was verslaafd aan publiciteit en aan de drugs en medicijnen die haar het leven kostten. En wij, lezers van schandaalbladen en kijkers naar haar tenenkrommende t.v.optredens, waren verslingerd aan haar.

Het leven van Smith is, zegt Westbroek, in de kleedkamer van de statige Royal Opera House in Covent Garden, een verhaal van onze tijd. 'Het snijdt fundamentele kwesties aan, zoals roem en voyeurisme. Smith leefde the American dream. Ze maakte zich mooi en trouwde een rijke man, maar ze werd enorm verguisd. Eigenlijk heel tragisch'.

Het is een week voor de premiere. Onze beroemdste vaderlandse sopraan zit met rood, bezweet gezicht op een kruk bij de piano. Ze is net terug van de zoveelste repetitie. Dit, de rol van Anna Nicole, is de meest enerverende en veeleisende die ze ooit gedaan heeft. Op de make-up tafel voor de spiegels liggen twee zwarte, valse wimpers aandacht te trekken. 'Het is geweldig om te doen', zegt ze van Anna Nicole. 'Vooral de eerste akte. Als we die gedaan hebben is iedereen vrolijk, willen we 's avonds gezellig samen uit eten, terwijl na de tweede aktie iedereen zelfmoord wil plegen'.

Eva-Maria Westbroek is alles wat Anna Nicole Smith niet was. Ze is een hele on -diva-achtige diva. In een wereld van vedettes en vetes is Westbroek uitgesproken collegiaal. Ze is ongekuntsteld en in spijkerbroek en zwarte trui, het stereotype van de vlotte, Hollandse meid. Als een zangeres later op de gang in het voorbijgaan roept dat 'iedereen hier gek is op Eva', geloof je het meteen.

De opera is bij tijd en wijlen, hilarisch, soms irritant, maar altijd onderhoudend. Ik heb hardop gelachen om coupletten bomvol alliteraties en taal van de straat. Sopraan: 'fuck you'. Alt: 'fuck you back'. Klopt. De stijl doet denken aan Jerry Springer: the opera. Westbroek huppelt, host en glijdt over het toneel in hotpaints, een corset en blote jurken. Er is praktisch geen scene waar ze niet in zit. Maar emotioneel, nu u er toch om vraagt, deed het me niet veel. Ik vond het niet eens erg dat Anna Nicole overleed.

Is het 'de onwaarschijnlijke triomf', volgens sommigen, voor Covent Garden? Geen idee. Ik ben geen operarecensent. Sterker, ik heb helemaal niks met opera.
















21 januari 2011

No fucking royalty

Het is met de voorzitter van het Lagerhuis een beetje zoals met Ringo Starr. Eens gevraagd of Starr de beste drummer ter wereld was, zei John Lennon: 'Hij is niet eens de beste drummer in The Beatles'. Speaker John Bercow ligt slecht in de Britse tweede kamer; maar in zijn eigen Conservatieve partij kunnen ze zijn bloed wel drinken. Nu wil ook de Britse parlementaire traditie dat de voorzitter boven de partijen staat. Maar Bercow zou er zo ver boven staan dat hij God kan aanraken. De speaker, zeggen de Tories, is arrogant en schijnhelig. Wat evenmin helpt is dat hij zijn baan te danken heeft aan Labour. Het zou verklaren waarom Bercow groffer is tegen Toryparlementariers dan tegen Labourkamerleden.

Enfin. Bercows stijl ergerde steeds meer mensen en vorige week liep het uit de hand. Mark Pritchard, een Conservatieve politicus en algemeen omschreven als zachtaardig (op dezelfde manier dat seriemoordenaars zachtaardig genoemd worden door de buren, nadat de politie de lijken uit de tuin heeft opgegraven) liep de voorzitter in de weg. Nou valt het niet mee om de speaker voor de voeten te lopen als hij op weg is naar de debating chamber; een proces dat dagelijks voltrokken wordt met alle 19de eeuwse nepceremonieel dat het paleis van Westminster daarvoor in huis heeft. Maar Pritchard zou de voortgang van de stoet gehinderd hebben. 'De hoffelijkheidsregels van dit parlement gebieden dat honourable members pas op de plaats maken als de voorzitter voorbijkomt', zei Bercow. En hij wees met uitgestrekte vinger naar Pritchard zodat iedereen wist dat hij het niet tegen de muren had. Waarop Pritchard (volgens een columnist zo'n bescheiden man 'dat zijn vrouw en kinderen niet eens weten wie hij is') riep: 'You are not fucking royalty, Mr Speaker'.

Sindsdien is het crisis. In ieder geval bij de parlementaire verslaggevers die huilen in hun columns dat humor en charme uit het parlement en trouwens uit het hele openbare Britse leven verdwenen zijn. En gelukkig maar, zou ik zeggen. Schrap de sirs en de madams, vergeet de right honourable ladies (en gentlemen), sta het parlement toe termen als leugenaar te gebruiken en je zult zien hoe dicht de Britse volksvertegenwoordigers plots bij hun kiezers staan.